Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
De vermoeide reiziger kon, bij een uitwendige beschouwing, weinig hoop voeden, in dien Roemer een zacht nachtleger te zullen aantreffen, want het perceel zag er deerlijk verwaarloosd en vervallen uit. De voorheen gepleisterde geval was thans geheel ontpleisterd. De vensters en luiken waren, evenals de kleine deur, geheel verveloos.
Maar neen! ging hij in zich zelven voort, terwijl hij een hem aangeboden roemer met kostbaren Rijnwijn van een zilveren schenkblad nam: neen! dat is niet mogelijk; dat engelengelaat kan zóó niet huichelen. Neen: Wij zullen elkander wederzien, heeft zij gezegd; ja, dat heeft zij duidelijk gezegd; en 't was toch niet geveinsd, dat in haar oog, den azuren hemel gelijk, die traan opwelde.
"Ik dank al de Heeren voor hun vriendelijke toewenschingen," zeide Joan, op zijn beurt een roemer vullende: "wat den Heer van Botbergen betreft, ik bedank ook hem, en het zal mij aangenaam zijn, indien hij mij in den loop van dezen dag een oogenblik schenken wil, daar ik het met den Heer Ambtman eens ben, dat wij het genoegen der gasten thans niet storen moeten."
"Leve de vrijheid!" riep de jonker, den opnieuw gevulden roemer zwaaiende: "Leve de vrijheid met een welgevulden buidel! Vergeet hier voor een tijd uw schoone en uwe eeden, gij behoort nog tot dat bataljon, waarbij voor geld en goede woorden volkomen absolutie te verkrijgen is. Geniet de vrijheid en de jeugd, zoolang gij ze genieten kunt. Volg mij, ik zal u op dat pad een veilige leidsman zijn."
Aanvankelijk sloot Vondel zich vooral bij zijne brabantsche landgenooten aan, wat toch niet belette, dat hij naast de Protestanten Coster, Brederoo, Hooft en de Katholieken Vechters of Victorijn, Spieghel en Roemer Visscher, lid was van het hollandsch Rederijkersgilde. Daar oefende hij zich in de Dichtkunst.
Ja lang, lang leve die waardige graaf!" besloot in verrukking de kleine barbier, terwijl hij den beker driemalen boven zijn hoofd rondzwaaide: "tot roem van zijn geslacht en tot heil van het Vaderland! Lang zal hij leven!" en bij den laatsten schellen uitroep ledigde hij den roemer, doch verloor tevens zijn evenwicht, en tuimelde vrij onzacht van zijn zetel op den steenen vloer.
Ik zeg het "saligh Roemers-huys;" want de man, die zijn naam aldus in den vorm van een rebus boven zijne deur heeft laten beitelen, Roemer Visscher, is niet meer: voor drie jaren is hij, tot smart van allen, die hem kenden, overleden. Maar het is niet in het huis des rouws, dat ik u thans wil inleiden: integendeel, de rouw is geweken en alles kondigt vreugd en vroolijkheid aan.
Ze had dan opnieuw den droeven glimlach, die heel licht over haar bleekheid kwam, en ze sloot hare oogen. Het werd stil. Men hoorde in de kamer daarnaast mijnheer Bley den wijn schenken en kort-klinken met den roemer. Nadat een sterkere pijn haar overvallen had, voelde Vere dat ze zeer afgemat was en ze vroeg dat de dokter komen zou. Hij kwam en boog over haar en lachte luid om haar te stillen.
Die man was Roemer Visscher, de drie dochters Anna, Geertrui en Tesselschade.
Tien jaren ouder dan Tesselschade en dus reeds in haar veertigste jaar getreden, is Anna nog immer in de volle pracht eener schoonheid, die van geen verwelken schijnt te weten, nog immer De roem van haren tijd, waar Roemer op mocht roemen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek