Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Van hetgeen de jongeling uit Westzaan deed moet ge haast schreien, en van hetgeen de Ilper jongeling deed moet ge schier rillen. In 1825 is er een groote overstrooming geweest, want de Zuiderzee-dijk was doorgebroken. Het was de laatste groote overstrooming vóór die van 1916, over welke gij elders in dit schetsboek ingelicht wordt.
Japi zat te rillen in zijn jas, het vroor in de kamer. Toen begon i weer anders. De zon kon zoo mooi in de Waal schijnen. Bij Zaltbommel had i de zon in de Waal zien schijnen toen i de laatste maal met den trein over de brug kwam. Tusschen de brug en de stad maakte de zon een groote lichtplek in het water. Het water stroomde maar, de zon scheen er maar in, honderd, duizend, honderdduizend maal.
Op de derde verdieping, waarvan de gevel is ingestort, is een hond wanhopig aan het huilen, en dat eenzame geklaag in de doodsche stilte, die over de stad hangt, heeft iets oneindig treurigs en sombers, dat iemand doet rillen. Misschien waakt hij daar boven naast het lijk van zijn meester.....
"Gij heerlijke, die me verhieft boven mij zelf," zeide zij, "ik lag in grondelooze ellende verzonken en gij hebt die in een paradijs herschapen. Aan den ijzeren knop van den gesloten poort bleven mijn handen hangen en werden er gekwetst; op den drempel van mijn tehuis liggen mijn tranen tot ijspaarlen bevroren. IJzige woede deed mijn hart rillen toen ik slagen hoorde dalen op mijn moeders rug.
Het was inmiddels gaan sneeuwen, een fijne jachtsneeuw, die de jagers deed rillen onder hunne zware mantels. Half verkleumd kwamen zij binnen, in de ruime hal van het slot, waar het vuur knetterde en de vlammen oplaaiden in den ruimen haard. Met trots vertoonde de graaf den geweldigen kop van het zwijn en bood hem lachend aan Walewein.
En de kerels nijdig terug, dat ze nou al zoo lang er om loopen, dat 't nou 's uit zijn mot,... zoodat je aan 't eind ligt te rillen bij de gedachte, dat ze wel 's zouën kunnen binnenkomen." "Nou; wat dan nog?" lachte De Veer, "als je 't nu toch eerlijk niet hebt?"
Pallieter werd er koud van tot in zijn haar, kreeg tranen in de oogen en voelde medeen de winter rillen door het land en door zijn hart. In 't huis wierd er met Marieke in 't bed over gesproken, die er blijde om was, en 't werd, na gewikt en gewogen te hebben, vastgesteld dat zij met den uitkoom, als 't groen terugkomt, samen met een foorwagen de wereld zouden intrekken.
't Regende niet meer; maar de wind was koud en 't was modderig op de plaats, zoodat ze niet veel pleizier hadden van dit lange vrije kwartier. Marius liep te rillen van angst voor de rekenles, want volgens alle menschelijke berekening zou hij vandaag een beurt krijgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek