Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Men rijst, en heft hem op de schouders in 't geruisch Der stemmen, juichend met een stormend stroomgebruisch, Dat sluizen openbreekt en dammen doet bezwijken. Daar staat hy, forsch van leest, gelijk een God te prijken, En schijnt geboren tot die grootheid. Hoog van borst, En rijzig van gestalt', verkondigt hy den Vorst, En slaat het oog om laag, als van een hooger orde.
Ook Ben-Hur en Balthasar volgden de aanwijzing en zagen een rijzig slank gebouwd man, met een gelaat, dat men niet licht vergeten zou. Het lange bruingouden haar was in het midden gescheiden. De groote donkerblauwe oogen straalden met liefelijken glans onder het open voorhoofd, en de uitdrukking van zijn geheele wezen was rustig en edel.
Wegens zijne lange gestalte, sterkte en forsch voorkomen was hij onder den naam van LANGE of GROOTE PIER bekend, hoewel hij waarschijnlijk een edelman was uit het geslacht VAN HEEMSTRA . Hij wordt beschreven als een rijzig zwart man, met groote oogen, breede schouders en langen baard, gruwelijk van aanzien, bijzonder als hij toornig was.
Want dezen naam draagt het peurvaartuig in den huiselijken kring De Noordhollandsche Boerin. Een flink wijf is Gees Riek, rijzig, kloek en welgemaakt. Ik verzeker u dat zij die niet bleekdragen, en Gees allerminst. Ieder vindt dat de kap haar goed staat op dat glad, wit voorhoofd, bij dat kleine rechte neusje, die kleurige wang, die groote blauwe oogen, die zachte ronde kin, dien blanken hals!
In één woord, het snoepig lachebekje is gerijpt tot eene belangwekkende jonkvrouw, die reeds niet meer vreemd is aan den strijd des levens. Hare gestalte is rijzig, hare houding los en bevallig. Zij heeft den toon en de manieren van eene jonge dame, die een jaar of drie op eene Brusselsche kostschool is geweest om hare opvoeding te voltooien.
Een dame van een jaar of zes en twintig kwam de tram binnen, statiglijk, rijzig in haar bruine mantelpak, de opstaande kraag, manchetten en onderkant van mantel en rok afgezet met zwart bont, de handen in een groote, afhangende mof van 't zelfde bruine laken met 't zelfde bont bezet, klein bruin hoedje met zwart bont op 't fijne gezichtje. Alles echt lijn 2, Museumkwartier.
Of de waard in den Gouden Ooievaar hem bij deze gelegenheid zijn wijn te veel had aangeprezen, is ons onbewust: zeker is het, dat hij het vertrek, waar Meinertz hem binnenleidde, waggelend inschoof en zijn morgengroet stotterende uitbracht. Zijn metgezel was een schoon rijzig jonkman, met fraaie blonde haren, zwarte sprekende oogen, en mannelijke, door de zon eenigszins verbrande gelaatstrekken.
Simeon Halliday, een rijzig, recht welgespierd man, met een bruingrijze jas en broek en een breedgeranden hoed kwam nu binnen. "Hoe is het met u, Ruth?" zeide hij met warmte, terwijl hij zijn breede palm openspreidde, om haar mollig handje er in te leggen. "En hoe is het met John?" "O! John is wel, en al de anderen ook," antwoordde Ruth blijmoedig.
Doch uit den vochtigen grond, tusschen mos en dorre bladeren, verrijzen dan plotseling en raadselachtig de wonderlijke gestalten der paddestoelen. Sommige dik, wanstaltig en vleezig, andere slank en rijzig, met geringden steel en schitterend gekleurden hoed. Dat zijn zonderlinge droombeelden van het woud.
Alleen had de natuurlijke gave om zijn heele omgeving gezellig te maken hem dan wat meer geld opgebracht. Hij was gansch geen type van een verdroogden schoolmeester, nog al rijzig, gezet, kleurig en met springende haren. Zijn gezetheid bracht zeker mee, dat hij zomers nog al dorstig was. Dan kon hij zoo smakelijk een glas water leegdrinken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek