Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 mei 2025


Zoo zij het, Alliene en, naar mijnen waan meen ik, dat het best zal zijn u, bloeme boven alle knechten en edelknapen, voortaan te noemen Amadijs en u ridderschap te beloven op lateren dag, aan mijn Konings Arturs hove.... En er was scherts in zijn woord en toch ernst, nu hij Alliene vergund had hem te vergezellen in de rusting haars broeders, omdat zij geheel alleen ter wereld verlaten was.

"Volgens de wetten der ridderschap," zei de eerste dezer mannen, "bied ik, Boudewijn De Oyley, schildknaap van den geduchten ridder Brian de Bois-Guilbert, u die u "de Onterfde Ridder" noemt, het paard en de wapenrusting aan, welke gezegde Brian de Bois-Guilbert in het gevecht van heden gedragen heeft, en laat het aan uw ridderlijkheid over, om ze te houden, of een losgeld daarvoor te bepalen; want zulks eischt de toernooiwet."

Toen was het, zegt Maccallum, dat de grondslagen werden gelegd voor het rijk der ridderschap. Al bestond dit rijk meer in de harten en de verbeelding der menschen dan in de werkelijkheid, toch is de ridderlijkheid in den loop der eeuwen nooit geheel ten onder gegaan.

Maar zonder geld lach ik met zulk een Ridderschap. ’k Kon voor een goed portier van d’Opera passeeren.

Nooit en in geen geval namelijk moogt gij wagen, mij te hulp te komen en uw degen te trekken, behalve wanneer misschien gemeen volk en laag gepeupel zich in den strijd mocht willen mengen. Tegen ridders te kampen is u, volgens de wetten der ridderschap, ten strengste verboden, zoolang gij niet zelf tot ridder geslagen zijt."

In den beginne wilde Sancho Panza, zoo heette de boer, van al die dolende ridderschap hoegenaamd niets hooren; doch Don Quichot deed hem zulke fraaie beloften en stelde hem zoo duidelijk voor, dat hij wat vroeger of later een koninkrijk of een eiland veroveren moest, waarop hij dan Sancho Panza als stadhouder zou aanstellen, dat de goede man eindelijk toegaf en, in spijt van vrouw en kinderen, tot het besluit kwam, den edelen Don te vergezellen.

"Neen; mher Willem van Normandië is een jong vorst, die de eer van het ridderschap zal staande houden. Daarom verwondert het mij des te meer, dat hij nu den poorters der steden eene volledige vrijheid vergunt. Weet hij dan niet, dat onze goede graaf Karel is vermoord geworden, alleenlijk omdat hij de ridderschap wilde verheffen en de onedele menigte in dienstbaarheid houden?

Wij gelasten den kastelein en onze overige ambtenaars de krijtwaarders te verwittigen en te zorgen voor al wat er, volgens de gewoonten der ridderschap, tot dezen kamp behoeft. Daarenboven, omdat wij met u in de kalmte des gemoeds over ernstige zaken hebben te kouten, verzoeken en bevelen wij de twee kampers zich uit ons paleis te verwijderen totdat het bepaalde uur hen ten strijde roepe."

"Maar niet minder dankbaar zal Uwe Hoogheid aan mijne Souvereinen, de Heeren Staten, zijn voor de goedgunstige wijze, waarop zij dat verzoek hebben opgenomen . Hunne Edel-Groot-Mogenden hebben tot geautoriseerden en gecommitteerden tot Uwer Hoogheids opvoeding benoemd de Heeren: Wichold van der Does, uit de Ridderschap, Adriaan van Blijenburg, Heer van Naaldwijk, Oud-burgemeester en Raad van de stad Dordrecht, Gillis Valkenier, Burgemeester en Raad van Amsterdam, Nanning Foreest, Raad en Meester van de rekenkamer der domeinen en Raad en Vroedschap te Alkmaar en mijn persoon...."

Zoo hij, die zich "de Zwarte Ridder" noemt, inderdaad aanspraak heeft op de eer der ridderschap, dan moet hij weten, dat hij onteerd wordt door zijne tegenwoordige verbintenis, en geen recht heeft om rekenschap te vragen van dappere mannen van edel bloed.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek