Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


REGINE. Nou ja, 't is goed; maak nu maar dat je wegkomt. Ik wil hier geen rendez-vous-tjes met je hebben. ENGSTRAND. Wat wil je niet hebben, zeg je? REGINE. Ik wil niet dat iemand je hier zien zal. Kom, ga nu heen. Neen, om de bliksem, ik ga niet weg vóór ik met je gesproken heb.

Nou, dat tref je dan. ENGSTRAND. Waaraan zal een mensch ook zijn geld uitgeven hier buiten? REGINE. Nou, en dan? ENGSTRAND. Wel, zie je, zoo kwam ik er over te denken om het ergens in te steken dat wat opbrengen kon. Ik dacht zoo iets van een soort logement voor zeelui.... REGINE. Ajakkes! ENGSTRAND. Een echt fijn logement, zie je;... niet zoo'n gewoon smerig ding voor matrozen.

Veel contanten zijn daar niet voor noodig; en dáár konden wij dan een soort van tehuis voor zeelui van maken, zie je. REGINE. Maar ik wil niet met je mee! Ik heb niets met je te maken. Ruk uit! ENGSTRAND. Je zoudt waarachtig niet lang bij mij blijven, kindlief. Dat kan zoo lang niet duren. Als je 't maar handig aanlegt. Zoo'n knappe meid als jij in de paar laatste jaren geworden bent....

Wat kom je hier doen? Blijf daar staan. Je druipt van den regen. ENGSTRAND. 't Is de regen van Onze Lieve Heertje, kindlief. REGINE. Zeg liever dat het de regen van den duivel is. Maar wat ik je nou zeggen wou.... REGINE. Stamp toch zoo niet, mensch! De jonge mijnheer ligt boven te slapen. ENGSTRAND. Ligt hij te slapen? Op klaarlichten dag? REGINE. Dat gaat jou niet aan.

REGINE. Heb je me niet dikwijls uitgescholden voor een...? Fi donc! ENGSTRAND. Neen, zoo waarachtig als God, zoo'n leelijk woord heb ik nooit gebruikt. REGINE. O, ik weet heel goed wat voor een woord je gebruikte. ENGSTRAND. Nou ja, dat was alleen maar als ik wat aangeschoten was ... hm. De verleidingen zijn menigvuldig in deze wereld, Regine. REGINE. Bah!

ENGSTRAND. Ik ben aan de zwier geweest gisterenavond.... REGINE. Dat geloof ik graag. ENGSTRAND. Och ja, wij zijn maar zwakke schepsels, kindlief.... REGINE. Ja, dat zijn wij wel. ENGSTRAND. ... en de verleidingen zijn menigvuldig in deze wereld, zie je...; maar toch was ik, zoo waar als God, om half zes van morgen vroeg al weer aan het werk.

Hoor eens, moeder ... 't leek mij dat jij en dominee Manders zoo vreemd ... hm, zoo stil waart aan tafel. MEVR. ALVING. Heb je dat opgemerkt? OSWALD. Ja. Zeg eens ... hoe vind je Regine? MEVR. ALVING. Hoe ik haar vind? OSWALD. Ja, is zij niet prachtig? MEVR. ALVING. Beste Oswald, jij kent haar niet zoo goed als ik.... OSWALD. Wel? MEVR. ALVING. Regine is helaas, veel te lang thuis gebleven.

Ja, dan moet ik maar zien zoo gauw mogelijk met de boot weg te komen. Dominee Manders is zoo'n lieve man om iets van gedaan te krijgen; en ik vind eigenlijk dat ik evenveel recht heb op een beetje van dat geld als die akelige schrijnwerker. MEVR. ALVING. Dat is je van harte gegund, Regine. Maar wat kan het mij ook schelen! Ik zal toch nog wel eens champagne drinken met deftige lui!

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek