Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Wie het er op waagde, dat hij in zijn heer en meester zulk een witte raaf schieten zoude, Hammink wachtte zich wel voor een onberaden huwelijk, Hammink, de vertegenwoordiger van een talrijke soort kantoorbedienden, oud vrijër per systema, en egoïst bij gevolg.
In groote zorg zien wij hem ten laatste op de galg blijven zitten, wanneer de raaf het bericht brengt van Reinaerts vrijspraak. Daar zijn verder de lichtgeloovige Cuwaert; de waardige Cantecleer, zoo fier op zijn groot geslacht en zijn wijze echtgenoot; de angstige en domme ram Belijn en andere dieren die geheel op den achtergrond blijven.
De vogel hoorde hem, en met één vleugelslag was hij boven op den steen. De jongen stond gauw op, en kwam hem tegemoet. "Ben jij niet Bataki, de raaf, een goede vriend van Akka van Kebnekaise?" vroeg de jongen. De vogel keek hem aandachtig aan, en knikte toen drie keer met den kop. "Jij bent toch niet de jongen, die met de wilde ganzen rondvliegt, en dien ze Duimelot noemen?"
Dat spreekgestoelte was opgericht op de stoep van de groote broeikas, en de raaf had den jongen op het dak van de kas neergezet. Daar had hij rustig gezeten, en de eene toespraak na de andere gehoord. Eindelijk was een oud man op 't spreekgestoelte geklommen. De oude had gezegd, dat het beste in 't leven was: jong te zijn en je jeugd in Uppsala te mogen doorbrengen.
De kat die nog altyd achter de kachel zit on her right place allons, Roletten en Van Twisten, neemt er 'n voorbeeld aan! de kat is m'n getuige dat m'n pen krast als 'n raaf. Dat ik voortschryf met de snelheid van twintig knoopen in de sekonde. Sneller, sneller, ik schrijf als de bliksem, 't papier siddert, de inkt spat ... vooruit ... vooruit!
Toen drukte het boerke den raaf op zijn kop, dat hij kwakte en »kerr, kerr,« zei. »Wat heeft hij gezegd?« vroeg de molenaar. »Ten eerste heeft hij gezegd dat er wijn onder het hoofdkussen ligt.« »Wat, koekoek!« zei de molenaar, en hij ging en vond den wijn. »Nu verder,« zei de molenaar.
Zonderling," prevelde hij bij zich zelven, "dat er twee menschen zouden zijn, die zulk een stout waagstuk ondernemen; een slot en boeien op een blauw veld; wat moet dat beduiden? Ziet ge niets anders, Rebekka, waardoor de Zwarte Ridder zich onderscheidt?" "Niets," zei de Jodin; "alles wat hij aan heeft is zwart, als de vleugel van de raaf.
Den vierden dag liet ik hem honger lijden en bood hem daarna een Kikvorsch, een Hagedis en een Hazelworm aan. Hij lette op geen van deze dieren, en wilde ook een jonge Raaf niet eten. Den zesden dag kroop hij 's nachts uit zijn hok, beet een in 't nest zittenden Torenvalk dood en at den kop, den hals en een deel van de borst van dit dier.
Hij mijdt reeds het gezelschap van de Bonte en Zwarte Kraaien; de Raaf vreest hij zoozeer, dat hij een sinds lang door hem bewoond gebied, waaruit de mensch hem bijna niet verdrijven kan, verlaat, zoodra een Raaf zich hier vestigt.
Hij was ~ijdel~ genoeg, om de vleierij van zijn vrienden voor goede munt aan te nemen. De raaf liet zich geducht door den vos beetnemen. Met opgeheven hoofd trad de mishandelde zijn beulen onder de oogen. Zijn hart heeft alle gevoel van vriendschap gebluscht. De schouwburg heft zijn kap en gaat tot aan de sterren pralen. Elkeen bewonderde hem over de uitvoering van dit denkbeeld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek