Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Stuurt uw schuit maar weg, en laat die u t'avond terug komen halen; of anders, ik zal u wel met de sloep aan wal laten brengen; want de wind gaat toch liggen: wij krijgen stilte." "Wat mij betreft," zeide ik, na Pulver even te hebben aangezien: "ik neem gaarne uw aanbod aan: te liever, daar ik betere gedachten van uw keuken heb, dan van den Terschellingschen pot."

Ik zal bij de sloep blijven: gebeurt er eenig ongeval 'tgeen de Heiligen verhoeden dan ben ik immers bij de hand, en er behoeft niet naar het schip gezonden te worden om mijn hulp te vorderen." Er viel hier niets tegen in te brengen. Wij staken af en roeiden naar de haven; terwijl wij allen, en zelfs Pulver, wien het moeilijk viel, het zwijgen bewaarden.

"Of op een plaats, waar zeeroovers wonen," zeide Pulver er bij: "want dan ware niet alleen schip en lading, maar ook leven of vrijheid er mede gemoeid geweest."

"Ik zal ten minste altijd het uur blijven zegenen, dat mij u tot dochter gaf," zeide Van Lintz, Amelia vriendelijk over de wangen streelende: "en ik wil gaarne bekennen, dat ik zonder u, dat besluit, waar gij van spreekt, niet zoo licht zoude genomen hebben; want, hetzij mijn beroep schuldig ware of niet, ik was er in vele opzichten aan gehecht: en men moet zeeman geweest zijn, Mijnheer Huyck! om zich het alles overwinnende genot voor te stellen, dat men smaakt, wanneer men, met een goed schip onder de voeten en aan 't hoofd eener stoutmoedige en voor niets vervaarde manschap, de zeeën beheerscht en geen meester erkent: doch genoeg hierover: welke dan ook mijn beweegreden mogen geweest zijn, ik verliet mijn nieuwe onderzaten en droeg het bevel over de bende aan een jongeling over, die met dienzelfden Kapitein Pulver, die mij straks herkende, in mijn handen geraakt is.

"Hoe! is de Dokter ook al reeds hier geweest?" vroeg ik, hoe langer hoe meer ontevreden op mijzelven, dat ik mij verslapen en op Pulver, dat hij mij niet gewekt had en de noodzakelijkheid gevoelende, van mij terstond naar het pakhuis te begeven: ik legde echter vooraf een kort bezoek af bij de zieke, verzocht aan Helding alles te bestellen, wat hij tot gemak of lafenis mocht noodig oordeelen: en, Sander ter zijde nemende, gaf ik dezen te kennen, dat ik hem een oogenblikje afzonderlijk wenschte te spreken.

"De man is punctueel," dacht ik: "en het schijnt moeilijk hem tevreden te stellen: in allen gevalle zal het mijne schuld zijn indien ik zijn begeerte niet begrijp." Intusschen was Kapitein Pulver, die door zijn patroon was medegenomen, de koets uitgesprongen ongeveer als een bom, die uit den ketel vliegt.

Op dit oogenblik werd ons gesprek gestoord door een groote drukte aan de deur, die met gedruisch openging; terwijl Reynszen, Pulver, Helding, Heynsz en de Stokbewaarder bijna allen gelijktijdig binnendrongen, en allen dooreen schreeuwden. "De Heer Blaek verlangt u te spreken," riep Reynszen mij toe. "Hij zal bakzeil inhalen!" schreeuwde Pulver.

De goede Pulver namelijk had hen nauwelijks in 't aangezicht gekeken, of hij sprong van de bank, waar hij op gezeten was, zoodat de versch gestopte pijp in stukken vloog en, met een goed deel tabak, asch en vuur daarnevens, op den grond rolde, staarde vader en dochter met open mond beurtelings aan en sloeg toen de handen ineen, dat het klapte: "Wat drommel!" riep hij eindelijk uit: "heb ik het mis, of heb ik het wis?"

In een klein half uur tijds waren wij de haven uit en op de reede gekomen, en zag ik Kapitein Holmfeld aan de trap staan, onze komst verbeidende. Niet verre van hem stonden twee in mantels gewikkelde personen, die insgelijks naar ons uitkeken. "Het schijnt dat er passagiers aan boord zijn," zeide ik tegen Pulver.

De zon, reeds temperend het heetste van haar stralen, daalde langzaam, in zacht-roodenden en gouden gloed naar 't westen, er hing een gouden pulver over 't land en weldra zou de heerlijk-kalme avondfrischheid komen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek