United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


En toen heb ik maar om jou gevraagd. Hij is een machtig heer, , Plinius; hij kan bijna zoo veel als de Keizer. Hij zeide, dat hij zoû verzoeken aan de Viermannen, dat je naar Nomentum mocht komen.... Heb je koorts, kind?

De dichter praatte overredend, gemoedelijk, maakte er grapjes door. En Plinius, die toen naderde, zeide: Cecilius, als je met Martialis meê gaat naar Nomentum om te genezen in de frissche buitenlucht, zal ik je geven w

Ja, zei Cecilius en wees naar beneden; daár werden we gedrongen door het volk, dat schold ons uit het was juist salutatio bij den Keizer geweest en ik was met mijn broêrtje en toen beschermde Martialis ons en we stegen in den draagstoel van den edelen Plinius.... En hij zei het als ware het eene herinnering, die lang, lang geleden was....

Hier woonden, volgens Plinius, in het westen de Taxandriërs en in den Karolingischen tijd strekte zich hier de gouw Taxandrië uit, naar de Taxandriërs aldus genoemd, terwijl in het oosten, langs de Maas, de Mosago, de Maasgouw, lag. Zijn vaste bevolking ontving het land door Frankische stammen.

Hij ontving ze juist bij den ingang van het tuintje, waar de Priapus de wacht hield, met zijn grijnslach en het naïef strevende gebaar van zijn fallus. De Jager en de knaap stegen af. En Plinius ging Cecilianus te gemoet. Hoe gaat het, mijn jongen? Goed, edele heer, met uw verlof! zei Cecilianus en kuste zijn beschermer den zoom van zijn toga.

Den heelen middag zijn we zoèt geweest.... zei Cecilius. Het zal me wat zoets geweest zijn, betwijfelde Colosseros. Nou, wat dènk je.... Bij den edelen Plinius!! Het is overal éen pot nat, was Colosseros' ondervinding. Valete dan, lievertjes! Vale, Colosseros. Vale.... Eet lekker.... .... lekker, bij Fabulla.... De jongens repten zich nu, keken om.

Daar woont de Keizer, wezen de jongens; en hier heeft de edele Plinius ons in zijn draagstoel meê genomen....

Hij had zich opgeworpen als koning van Nazareth. Een oproermaker.... Een dweper daarbij, zei Plinius. Vooral een dweper, geloof ik, een dweper vooral. Maar onschadelijk, geloof ik wel, dat die dweperij is. Dat zal uitsterven, daar ben ik van overtuigd. Wat kan een sekte, wier grootste ceremonie is een eenvoudig avondmaal te gebruiken met enkel brood en water.

Hier, zeide Martialis hij greep een witte lacerna, die lag in den draagstoel; doet dezen mantel aan; ik ben overtuigd, dat de edele Plinius hem in den draagstoel heeft doen leggen voor wie van ons drieën het koud zoû hebben. Gelooft gij, heer? weifelde Cecilius. Ik wel, zei Cecilianus; want de edele Plinius is een bizonder edel heer.

De Batavieren zijn niet een afzonderlijk volk geweest. De naam Batavi is eene uitvinding van de Romeinen, die dezen naam gegeven hebben aan de bewoners van het land ter weerzijde van de Waal, welke rivier op de Tabula Peutingeriana den naam Patabus draagt. Die naam Batavi komt ook niet vroeger voor dan bij Tacitus en Plinius, want de bekende plaats bij Caesar B. G. IV. 10, is geinterpoleerd.