Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


De zonne had in den morgen een lagen mist verscheurd en wapperde tegenwoordig in een blauwen hemel, lijk bij uitkomend lentegetij. Goedele zou naar Romaan gaan. Het hekken viel luidelijk dichte achter haar, en nu tort ze over de straat en hare hielen klonken pleizierig op de koude steenen. Ze voelde zich vrij en keek alles genegen toe, alles liefelijk ontvangend wat zich voordeed.

Zeker zijn er wel kinderhartjes, die ondanks de hartelijkheid en teerheid der verzorgsters iets ontberen. »Waar ben je liever, hier of bij mammie«, vroeg een onzer eens aan een klein ventje, die op de zalige warande van een heerlijke boschschool zijn pap op te peuzelen zat. »Bij mammie«, luidde het antwoord onmiddellijk en zonder aarzeling. »Maar waarom dan?« »Het is zoo pleizierig bij haar«, kwam er weer even gedecideerd uit.

"Ik hoor van je papa dat je in de vorige week een weinig ongesteld bent geweest juffrouw Van Barneveld. Weer heelemaal in orde?" "Dank u mijnheer Debecke, heelemaal. Mevrouw is ongesteld niewaar?" "De zenuwen, altijd hetzelfde! Nu vooral in de war omdat we onzen zoon uit Indië al spoedig thuis wachten. Fameus pleizierig; 't zal haar goeddoen."

En zoudt ge nu meenen, dat het pleizierig is voor een man, die zich zooveel moeite en opoffering getroost heeft, te zien hoe zijne kaarten en waarnemingen worden verknoeid en bedorven door lieden, op wie hij geen vat heeft, of die ze opzettelijk vervalschen ter wille hunner eigene theoriën?

Nu is het niet pleizierig, ieder keer als men een boodschap van papa of mama komt doen, of bij Lodewijk of Doortje spelen komt, altijd door mijnheer of mevrouw, of de juffrouw, of de meid somtijds, tegen Lodewijks of Doortjes rug gezet te worden, om met de ververschte overtuiging dat men een hoofd of een half hoofd kleiner en een ware peulschil is, naar huis te gaan.

Jonge Kees en ik zullen immers alles doen wat we kunnen om je 't leven zoo prettig en pleizierig te maken? Jan, geef grootvader eene hand!" Jan is een jongen van een jaar of negen en de oudste van de drie. Babbelende en snappende, maar heel langzaam, èn om de hitte, èn omdat grootvader niet meer zoo vlug weg kan, vervolgen ze hunnen weg naar het dorp.

Sander vond het wel zoo pleizierig dat zij nu met hun allen wandelden; hij sprong en buitelde als een jonge reebok en het was alsof hij van geen vermoeienis wist. De wagen kwam echter niet dan uiterst langzaam vooruit. Diep zakten de wielen in de weeke sneeuw en het trekken werd hoe langer hoe bezwaarlijker.

Nu pas dacht hij aan wien hem toch het naaste was! Wat moest hij nu worden? Alleen zijn ouden dag tegemoet gaan, dat was geen pleizierig idee. En was dat het lot van alle vaders in zijn omstandigheden, in zijn noodzakelijke omstandigheden, dit besefte hij wel. Zijn glimlach verdween en hij huilde. Hij voelde zich koud, hij keek rond. Wat was het eenzaam hier in huis!

Intusschen: de oude Heer is danig op die verbintenis gesteld, en als de Heer Lodewijk wat wijzer en bedaarder is geworden, zal hij zijns vaders zin toch wel doen. 't Is maar niet pleizierig, dat het zooveel gehaspel geeft; maar in 's hemels naam: mondje dicht, Mijnheer Huyck!"

De andere zieken lachten, en de nonnekens vonden het heel pleizierig. Maar ginder, aan de deur van een herbergsken, verscheen Fransoo, en die riep zoo hard hij kon naar Pallieter. "Kom," zei deze tot de Bohemers, "ginder zullen w' is doedelzakke-bier gon drinke!" Dat was in de vier mannen hun genoegen. En zij gingen.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek