Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Help mij iest die woagen wa noar veuren douwen," zei Standje. Standje trok en Pierken duwde en de wagen rolde wat vooruit, in een zwaar hossebossen van zijn wielen. Baron, de oude waak-en-karn-hond, die naast de "loeze" lag, begon even sehor te blaffen. Wilt-e zwijgen, loebas!" bromde dreigend Standje. De bond kroop kettingsleepend, met hangende staart en ooren in zijn hok terug.
Er bestond tucht noch toezicht meer: Bruuntje werd niet nagegaan; Pierken stond soms uren lang te dralen en te gapen, zijn akelig scheel oog gelijk een eigenaardig schuchter beestje onder 't hoekje van zijn neus half weggekropen; de dikke, slonsige meid kreeg bijna iets opruierigs in het geweld waarmede zij haar vaten en haar emmers door elkander rinkelde; en Standje, heelemaal los van alle plichtsbesef, leefde en fuifde maar met Leontientje door, in een voortdurende roes van opgewondenheid.
Standje, gek van bekoring, kon er zijn oogen niet van afwenden, Coben en Belzemien hielden zich hijgend aan de takken van een wilg geklemd om niet in het water te storten en merkten zelfs de tegenwoordigheid van Bruuntje, Leonie en Pierken niet, die ook onweerhoudbaar waren komen kijken.
Leonie, de dikke Leonie met haar grof gezicht en tandeloozen mond, schoof, nauwelijks opkijkend zonder te groeten, langs den wand heen en ging tegenover Bruuntje zitten, met den rug naar het tafeltje van de broers en het nichtje; maar Pierken bleef een oogenblik roerloos in 't midden van de keuken staan, als door een soort betoovering ter plaatste vastgenageld.
Eindelijk was er een, die 't waagde dit aan het knaapje te vragen. Z' hên 't mij g'heeten; 'k moete," antwoordde Pierken neerslachtig. Toen vroegen ze ook aan Pierke's vader waar hij heen moest. 'K 'n weet het niet; z' hên mijn peird en mijn kerre gepakt," zei 't mannetje met schuwe oogen. Benauwd en zwijgend staarden de menschen het aftrekkend gespan achterna.
Bruuntje's fijn gezicht, met donker oog en zwaren knevel stond, onder een onbeschrijfelijken glimlach, als 't ware door het schouwspel gehypnotiseerd, Leonie staarde met een uitdrukking van walg en knorrige minachting en Pierken bleef daar roerloos als een boompje in den grond geplant, zijn blonde, bijna witte stekelharen recht omhoog gepijld, zijn lipjes open, het eene oog rond-glinsterend op Leontientje, het ander als een schuchter wit-bruin slakje in het hoekje van zijn neushuisje half weggekropen.
Zij keken wel even naar de lawaaiende en drinkende kerels in de varkenskar, maar eigenlijk hadden zij slechts oogen voor Pierken en zijn hondje en zijn vader. Zij begrepen niet waarom het knaapje maar aldoor en aldoor met zijn vlaggetje een zwart en wit en rood gestreepte zwaaide; en zij begrepen ook niet waarom en waarheen Pierke's vader al die kerels in zijn kar vervoerde.
Maar dat knaapje... o, eensklaps herkenden ze 't! 't Was Pierken, het jongste zoontje van den varkensslager, ginds, een eind buiten het dorp; en 't oud, gebogen ventje, dat naast het sukkelig paardje liep, was Pierken's eigen vader; en 't klein, bruin hondje met zijn krulstaartje, dat nu en dan eens tegen Pierken opsprong, het was hun hondje; en de groote kar, waarin al die zingende kerels waggelend overeind stonden, het was hun kar, waarmee zij driemaal in de week de geslachte varkens naar de stad vervoerden...
Op een drafje, Standje in 't lemoen, Pierken duwend aan de achterplank, ratelde het ding vlug naar buiten. Maar... o wee!... juist wat Standje al dien tijd gevreesd had gebeurde: daar kwam op 't zelfde oogenblik Cordúla op den drempel van het woonhuis staan. Nondedzju!" bromde Standje halfluid. En, eensklaps kwaad, was hij desnoods tot scherpen tegenstand bereid. Doch het bleek overbodig.
Belzemien en Coben waren eenigszins van hun ontroering bijgekomen; Bruuntje, Leonie en Pierken waren weer, onder den invloed van verschillende en afwisselende gevoelens, naar hun werk; en Leontine en Standje verschenen opnieuw, als gewone menschen in hun dagelijksche kleeding in den boomgaard, toen eensklaps, in de zachte, warme, stille lucht, wijd over de rust der weelderige lentevelden, een ver en traag klokkengetamp weergalmde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek