Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Vere had het hen op de gunstigste manier uitgelegd en pastoor Doening, die sindsdien dagelijks kwam, troostte hen met de verzekering dat Simon gauw weer vrij zou komen. Ze teerden sukkelig op die verwachting.
Johan bij de deur, houdend zijn tasch bij den schouderriem los aan de hand, zag Vogel met willooze handen in de war gebracht staan, in het leêge midden van de werkplaats, als een man die verrast wordt en ongewoon geworden is aan bezoek.... Was er dan niets om op te zitten aan te bieden.... Hij ging, sukkelig gebogen in een verslofd luuster huisjasje en halsstarrig nagegaan door de druilerige oogen van den aap, die tusschen de kieren doorloerend, klonterig zat bovenop zijn handvoeten, lang van span, knijpend de tralies.
Hij heeft geweigerd, zich met onze bagage in te laten, bewerend, dat als hij zijn plaats vóór de paarden verliet, deze op hol zouden gaan. Nu moet hij wel de teugels nemen. Hij plaatst twee kozakken voor zijn paarden, springt op den bok, roept, alles los te laten, wij houden ons aan de kap vast.... en de vier paarden loopen sukkelig met hangende ooren langs den weg, die naar Teheran voert.
Nuchter, scherp-helder denkleven, bij de zaken, bij de werkelijkheid, waar alle gedroom, als 't even in je opkomt, kinderachtig, sukkelig, belachelijk bij schijnt. Bernard dacht even aan zijn oom, die dikwijls zei dat hij nooit den tijd had gehad om te droomen, dat hij wel wat anders had te doen altijd. De man was dan ook overal bekend om zijn waakzaamheid en zijn ijver.
Met die "cornet" nam hij tegelijk het bevel van den troep over en terwijl hij nu, rillend van kou en met een bonten kiespijndoek om 't hoofd onder zijn roodzwart, rond hoedje, sukkelig, armzalig verder gaat, komt zijn geheele bende hem weer voor den geest.
Maar dat knaapje... o, eensklaps herkenden ze 't! 't Was Pierken, het jongste zoontje van den varkensslager, ginds, een eind buiten het dorp; en 't oud, gebogen ventje, dat naast het sukkelig paardje liep, was Pierken's eigen vader; en 't klein, bruin hondje met zijn krulstaartje, dat nu en dan eens tegen Pierken opsprong, het was hun hondje; en de groote kar, waarin al die zingende kerels waggelend overeind stonden, het was hun kar, waarmee zij driemaal in de week de geslachte varkens naar de stad vervoerden...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek