United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel zegt een onzer Geschiedschrijvers, dat Radboud, die zich immer nog niet ontzag de Christenen te vervolgen, niet beducht voor de wraak van Pepijn, wiens jaren hoog geklommen waren, vreezen moest, dat Grimoald den hoon, zijnen vader aangedaan, zou wreken, en hem daarom uit den weg moest ruimen; doch wat zou hem dit gebaat hebben, daar Pepijn nog twee andere volwassen zonen had, door geene echtverbindtenis aan Radboud verbonden, en van welke hem dus zoodanig eene wraak nog veel meer stond te vreezen?"

»Zooveel is intusschen zeker, dat Raganfrid, die alleen wilde heerschen, en eindigde met alles, op één Graafschap na, te verliezen, naderhand echter zoo verstandig was, zich met hetzelve tevrede te houden, hetwelk andere overweldigers, die in het eerste zijn voorbeeld gevolgd hebben, niet deden; dat deze Raganfrid hulp zocht bij Radboud, dien de Fransche Schrijvers slechts Hertog der Friezen noemen; hij mogt geen hooger rang dan Pepijn en Karel hebben.

De ooievaars zijn vertrokken, de wegen zijn slecht en onveilig en onze vader, Pepijn, die in het voorjaar tegen de Friezen te velde trok, is nog niet teruggekeerdDe oude Machteld schudde het hoofd en sprak vastberaden: «Uw heer vader, jonkvrouwen, zal niet lang meer toeven. Hij is niet alleen de beste mensch maar ook de meest bedreven krijgsman van Austrasië.

»Pepijn, zegt een der nieuwere en wijsgeerigste Fransche Geschiedschrijvers , was Groot-Hofmeester over geheel Frankrijk; eene van zijne grootste zorgen was, alle onderscheiding tusschen Austrasie en Neustrië te doen verdwijnen; maar hij was genoodzaakt, die onderscheiding weder op nieuw te maken, ter gunste van zijne zonen.

Misschien wel ondergingen zij, in Gallië gevestigd, den invloed van het zachte klimaat en den vruchtbaren bodem.... Niet zelden geeft men hun den leelijken naam van «Luie of Vadsige koningenOf zij dien verdienden zal ik hier niet beslissen. Pepijn, bijgenaamd van Landen, behoorde tot een aanzienlijk geslacht; hij woonde in Haspengouw, waar hij uitgestrekte landgoederen bezat.

Wulfram's onbedacht antwoord: dat die in de hel waren, als ongedoopten, deed hem, onder het zeggen, dat hij liever met zijne voorvaderen en vrienden in de hel, dan met aan hem onbekende Christenen in den hemel zijn wilde, den voet terugtrekken." »Volgens anderen zou dit al onder Pepijn zijn voorgevallen.

Het schijnt op aandrijving van Radboud geweest te zijn, dat de vrome Bonifacius, Aartsbisschop van Maintz, het Christendom verkondigende, in het gebied van Gondebald, omtrent het toenmalige vlek Dokkum, door de ongeloovige Friezen vermoord is geworden. Althans Pepijn, toen reeds Koning der Franken, heeft dien moord op hem gewroken, of dien, tot voorwendsel om hem op nieuw te beoorlogen, genomen.

Geen Fries, hoe dapper ook, is tegen hem opgewassen, Pepijn zal den roem der Franken handhaven en onze gouwen tegen de invallen der vreemde krijgers weten te beschutten.» «Mocht gij waarheid spreken» zuchtte Begga. «Gisteren nog heb ik God beloofd dat, zoo mijn vader ongedeerd terugkeert, ik Hem in het hier dichtbij gelegen woud, een fraai bedehuis zal laten oprichten

Die taak was niet gemakkelijk, maar moedig en vastberaden, volbracht hij haar, tot aan zijnen dood, in 647. De zoon van Begga, Pepijn van Herstal bekleedde in 687 de waardigheid van Majordomus. Hij verbeterde het Frankische leger en breidde zijne heerschappij uit over onderscheiden Germaansche volken. Zijn zoon, Karel Martel, werd door zijne overwinning op de Mooren, de redder van de Christenheid.