United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel sprak ook pater Jansen geheel anders dan hy zich had voorgesteld, maar er blonk iets zoo liefelyk-goedaardigs in z'n onderhoud door, dat Wouter den moed niet had iets in hem aftekeuren.

Hij hield zich overtuigd dat pater Jansen bijzonder sterk in z'n pink was, en zou voor die overtuiging in den dood gegaan zijn.

Pater Gondo boog zijn knieën. "Ik begrijp u, heilige vader. Ik zal uitgaan om het beeld te zoeken." De paus verhief zich majestueus. "Ge zult het beeld niet zoeken, gij zult het nu ongestoord over de wereld laten gaan. We vreezen hem niet. "En als hij komt om het Kapitool te bestormen en den wereldtroon te bemachtigen, zullen we hem tegemoet gaan, en we zullen hem tot Christus voeren.

Het verregaand liberalismus van juffrouw Pieterse is oorzaak dat de lezer ditmaal niet te weten komt waarom pater Jansen zoo doof was aan z'n linkeroor. Wil je me-n-'n pleizier doen, zei de goede man, loop dan aan m'n rechterzy, want ik ben doof hier. En hy wees op z'n linkeroor. Ik zal je vertellen hoe dat komt. Toen ik 'n kleine jongen was... kan je goed klimmen? N...é, m'nheer! Zoo? Nu, ik wel.

Hy verzette zich... en scheen niet geheel-en-al te slapen... Daar klonk op-eens 'n stem... Neen! Hy droomde door. Altyd van zweven en vallen. Daar was Femke... Wel zeker, er moest in z'n droomen iets van Femke! Waar bleef ze zoo lang? 't Was weer iets van de bleek. Maar pater Jansen was er ditmaal by. De man was zonderling gekleed.

Een optocht wil zich vormen: de vuile choorjongens, lachende, giechelende, peuterende in hun neus, slecht gedrild door een pater, die geen orde houden kan.... De heeren in rok, de bisschoppen, ordeloos, wachtende op elkaâr; misschien nog anderen: een paar kardinalen.

Wil ik om de hare zenden?" "Zoo dit ongemerkt geschieden kan, ware het niet kwaad; want ik vrees dat hier gebrek aan plunje is." "Maar," hernam de kokeler: "kent uw Hoogwaardigste het meisje, dat daar in de kamer ligt?" "Zoo ik mij niet bedrieg, is zij een Friezin, een nicht van pater Syard, of zoo iets."

Toen de misse eenigszins gevorderd was en graaf Karel met luider stemme den pater opzeide, verliet Tancmar Van Straten het gestoelte, haalde eene zijden beurs uit zijne tasch en legde, volgens de dagelijksche gewoonte, eene handvol deniers op het rustbord van 's vorsten knielbank.

Werktuigelijk zei hij: "En een eekhoorn houdt men wel eens in een traliëntrommel gevangen, en hij danst maar...." Hij wendde zijn aangezicht naar 't open venster en blikte in het wijde azuur. En de pater vroeg: "Hebt ge geen eetlust, beste Johan?" Neen, hij had geen eetlust. Hij hoorde verre geluiden over den hemel gaan.

"Salvete!" zeide hij, bij het binnenkomen: "maar hoe nu? waar zijn al de jongere broeders en de conversen?" De oude pater Prior haalde zuchtende de schouders op: "er was niets aan te doen, Eerwaardigste!" zeide hij, zij zijn allen uitgeloopen om zich bij het leger te voegen." "Is het waar? En tegen mijn stellige bevelen? Het klooster te verlaten, nu zij er het meest noodig zijn? En om wat?