United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij was niet in liverei, maar gekleed als een heer met een licht gekleurd overjasje, een ronden hoed, een stok en handschoenen. Wat moet je hier? vroeg Bertie brusk, zijne wenkbrauwen fronsend. Ik heb je immers gezegd, dat ik niet woû, dat je hier ooit kwam! Je hebt immers niet over me te klagen, meen ik ...

Helmond die zich niet zonder moeite staande houdt, en met een licht overjasje aan, in een oogenblik dreigt nat te worden, wendt zich schielijk om, en de oogen voor den snijdenden regen half dichtgeknepen, gaat hij de stoeptreden weer op, nadert de wenkende dame, en dan: "Hadt u nog iets mevr.... mama?" En mevrouw Armelo had nog iets. Och ja!

Hij schelde, gaf zijne orders aan Mietje, die van hare verbazing nauwelijks bekomen kon, en den indringer met niet al te welwillende blikken van 't hoofd tot de voeten opnam; men kon niet weten, de juffrouw was uit, mijnheer was oud, zij zelve was maar eene vrouw, er gebeurden zulke ijselijke gevallen van diefstal en moord; zij zag er den man nog eens op aan, terwijl zij zijn glas en zijn bord klaarzette; het onderzoek was echter nogal bevredigend; zijn linnengoed was zoo frisch en zoo fijn zijn rok, nu hij zijn ruim en luchtig overjasje had uitgeworpen, was van zoo keurig laken en stond hem zoo goed, dat haar argwaan er door afgeleid werd; daarbij, zijn uiterlijk was gunstig, zijne groote blauwe oogen zagen haar zoo vriendelijk aan, alsof hij iets van hare gedachten raadde en trachtte haar gerust te stellen, dat zij nu ook werkelijk gerust was en het niet eens meer vreemd vond, dat mijnheer haar gebood een flesch van den besten Rijnwijn te brengen en fijner glazen.

Door dezen brief werd het doel bereikt, dat de gravin daarmede beoogde. Hij beleedigde Anna tot in het diepst harer ziel. "Nu, hoe is het, Kapitonitsch?" vroeg Serëscha, die juist van een wandeling terug kwam, met blozende wangen en vergenoegd tot den portier opziende, terwijl hij zijn overjasje den langen man toereikte, die met een vriendelijken lach op den kleinen man nederzag.

De kleedingstukken, die hij uit de latafel heeft gehaald, hangt hij over den arm en werpt den jongen een overjasje toe, met de woorden: "Daar, neem dat maar mee; daar heb ik toch niets aan. Dat past alleen op jou kriek." "Dief!" schreeuwt Dorus hem, heesch van kwaadheid, toe, en rakelings vliegt de hondenzweep Strijkmans hoofd voorbij.

O, ja, ik weet het allemaal heel goed; ik heb al den tijd gehad om het te leeren. Het is koud vandaag, niet waar? Zeer koud. Welnu, ga voor een deur staan en steek uw hand eens uit naar een heer, die haastig voortloopt en een kort overjasje draagt en vertel mij dan eens, wat hij u gegeven heeft.