Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
"Entfaamte gauwdieven!" bulderde de oude Witt weder los, en de molenaar, die reed, had in den warmen mantel van den baljuw, zijn' toestand zoo geheel en al vergeten, dat hij de zweep al oplichtte, om er de Franschen een meê toe te dienen, toen Fieken zijn arm tegenhield: "Om Gods wil, vader," zeide zij; "wat doet gij?" "Hm! Ja!" zeide de molenaar, en bedacht zich; "Fieken, je hebt al weêr gelijk."
Toen hij één voet oplichtte en de heete zool tegen zijn broekspijp wreef, beet de stuurman hem een woesten, grimmigen lach toe. "Het voorgeborchte der hel", zei hij. "De hel zelf is daar vlak onder uw voeten." "Het is heet!", riep McCoy onwillekeurig, en veegde zijn gezicht met een bandana zakdoek.
En toen nu de tijd dáár was en de vrouw den korf oplichtte om den honing er uit te nemen, zag zij en het was wonderbaarlijk om te zien een kapel, gebouwd door de bijen, met een altaar er in, en de muren van een verwonderlijken kunstigen bouw en versiering, en met vensters op hun juiste plaats, ook een deur en een toren met klokken.
"Op de kast?" vroeg Nel ongeloovig, terwijl ze voorzichtig het tafelkleed oplichtte. "Ja zeker, op de kast. Als iets weg is, kan het overal zijn, zegt ma altijd." "Je denkt zeker aan je haarlintje of je handschoenen, die ook altijd zoek zijn. St. hoor je dat?" Nel stond stijf van schrik. Door keek haar met groote oogen aan en durfde geen voet verzetten.
In een hoek van de binnenplaats, op een ouden handwagen lagen vijf lijken opeengehoopt, half bedekt door een stuk-gescheurde mat, vol onreinheden. Een soldaat wandelde er op-en-neer, ieder oogenblik spuwend. "Ken je ze?" vroeg de alférez, terwijl hij de mat oplichtte.
Bof! daar kwam de orkaan: een golf als een berg sloeg over het dek en het was mij, of ik met honderd dozijn natte handdoeken in mijn facie geslagen werd: en eer ik nog: "berg je!" roepen kon, daar kwam er een tweede, die mij oplichtte alsof ik een stuk kurk ware geweest, zoodat ik, met al wat er op het dek was, goedschiks kwaadschiks overboord werd gespoeld: en plof! daar dook ik kopje onder, eer ik den tijd had om een schietgebedje aan onzen Lieven Heer te prevelen.
Hij zat met de kin in de hand, alsof hij moê of in gedachten verdiept was. Naast hem ontdekte Redwood de gestalte der Prinses, of liever, hij meende uit de donkere gestalte die naast zijn zoon stond, te kunnen opmaken dat zij het was, en toen, toen de gloed van het ijzer, een eind verder, weder oplichtte, zag hij een oogenblik haar rood-verlichte zachte gezicht.
Greta was zeker in slaap gevallen, meende ze: Bel nog eens, wil u? Hij belde weêr en luider; de deur werd nu na een oogenblik geopend. Zij bood hem ten tweede male de hand, met een glimlach. Adieu, mevrouw! groette hij, terwijl hij nu heure vingers eerbiedig aannam en zijn hoed oplichtte, en nu, nu hoorde zij den klank zijner stem, den klank van weemoed ...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek