Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 oktober 2025
In de diepste moerassen zullen hunne honden ons opjagen en vinden. Iedereen en alles is tegen ons, zelfs de beesten zijn tegen ons, waar willen wij dan henengaan?"
Ze wilde met woorden alles opjagen tot een gewichtige gebeurtenis, en verzinde tallenkant eromme een kantwerk van belangwekkende detailleeringen. Ze belonkte op Ursule's wezen of daar endelijk geen snare bewegen zou en, als bijwijlen een rimpel langs den neuze zonder reden dieper viel, bleef ze om haar gezegde met opzet haperen en vertijen, meenende dat Goedele zoo meteen zeer aandachtig werd.
En geloof niet, dat die aanwezigheid van zout eene gril van de natuur is; neen, neen! daardoor wordt het zeewater minder verdampbaar, en de wind kan er daardoor eene minder groote hoeveelheid dampen van opjagen, die als zij opgelost werden, de gematigde luchtstreken zouden overstroomen.
Zou het toch niet kunnen, dat mijn poes was in den tuin hier naast, ze hield van boomen en verzot op vrijheid als ze was, hield ze er van te zitten in het hoog takkengearm om daar te loeren naar vogels; ze hield van dat hoog zitten in den wind, stevig gezeten in den haak van stam en tak; ze was wel eens zóo hoog geklommen, dat ze niet meer omlaag durfde komen, stijf bleef onder de hagelbui van steenen die haar opjagen wilde en er toen uitgehaald worden moest.
Thans moet zij opkomen tegen het opjagen, grijpen en wegvoeren van duizenden jonge mensen. Aan de andere kant acht de Kerk zich echter geroepen met de meeste nadruk te waarschuwen tegen haat en wraakgevoelens in het hart van ons volk en haar stem te verheffen tegen de uitingen daarvan. Niemand mag, naar het Woord van God, het recht in eigen hand nemen.
Jo zat onbeweeglijk, maar zag er uit alsof het vuur uit haar gezicht sprong, en haar wangen gloeiden nog, lang nadat de papieren muts in rook was opgegaan. "Ik zou graag al de rest denzelfden weg opjagen," zei de professor, terugkeerende met een gezicht, alsof hem een pak van het hart was genomen.
Men spant in alle stilte groote netten dwars door de rivier, en laat den Otter opjagen door de voor dit doel afgerichte Otterhonden. Verscheidene met geweren en spiesen gewapende personen staan bij de netten, of gaan, zoo dit mogelijk is, met de Honden in de rivier mede. Zij trachten het dier te schieten of te spietsen, en dragen het daarna trotsch op de spiesen naar huis.
Hij houdt veel van vliegen, zijne veelvuldige zwerftochten strekken zich over een groot terrein uit; dikwijls ziet men hem een anderen Vogel van zijn soort een kwartier lang opjagen en onophoudelijk vervolgen."
Met haar korte rokjes en op de bloote voeten, gaan ze drinken brengen aan de arbeiders op het land, lachend om het stof, dat ze opjagen en om den wind, die in de laatste oogenblikken heviger is geworden en die haar loop vertraagt en haar in het gezicht striemt.
Wat was daar dan aan de hand? Werd de visch misschien opgejaagd naar één kant?" "Neen, dat kan het niet zijn. Bij het opjagen van de visch zijn de menschen in dezelfde richting in beweging; maar nu stonden zij stil, en keken allen in het water." "Drommels! zou dat een terechtstelling beduiden? Zou men blanken in het water geworpen hebben, om hen te doen verdrinken?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek