Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Deze De Wits zijn booze lieden, Willem, en, kunnen zij omtrent uwen oom geraken, dan zullen zij alles doen wat mogelijk is, om hem te bedriegen en u uw erfdeel te ontfutselen. Wees diensvolgens op uwe hoede, mijn vriend. Waarom zoudt gij uit gebrek aan toegevendheid uwen armen oom gaan bedroeven en hem u vijandig maken?" "Gij hebt misschien gelijk, Jakob," murmelde de jongeling in gepeinzen.

»O! dien ontfutselt men haar zoo niet, of zij moet hem zich willen laten ontfutselen," antwoordde juffrouw Bess, »en ik mag lijden dat de wind mijn muts afrukke en haar op de punt van den klokkentoren van Sint Mungo brenge, wanneer onze jonge dame ooit dien mijnheer Beerenkooi tot man neemt."

Nu Amy van huis was, bleef Laurie haar eenige toevlucht: maar hoe graag Jo ook met hem samen was, zou ze hem juist nu liever minder gezien hebben, want hij was een onverbeterlijke plaaggeest en ze vreesde, dat hij haar 't geheim nog zou ontfutselen.

"Die breng ik naar Maassluis bij eene goede vriendin van me om ze voor me te bewaren!" "Bij eene goede vriendin! Huib, Huib! Vroeg-je daarom of ik getrouwd was? Zoo'n oude paai! Hij is bang dat ik hem zijne vriendin onder de hand ontfutselen zal! Huib! Huib!" Op deze wijze werd het gesprek voortgezet tot ze te Maassluis kwamen en daar een eenvoudig huisje binnentraden.

Hij meende dus gerechtigd te zijn, Joël daarover te spreken. Maar deze wist hem inderdaad geen uitsluitsel te geven. Toen wilde hij vrouw Hansen daarover polsen, maar hij vond haar zoo gesloten, dat hij de poging opgeven moest, om haar hare geheimen te ontfutselen. De toekomst zou ze hem waarschijnlijk ontsluieren. Alleen daarop hoopte hij.

Al vechtende schoven we al verder en verder achteruit en hiervan maakten andere kaaigasten, die niet van kloppen hielden, gebruik om aan boord van het schip te gaan en ons de lading te ontfutselen. Wij, oude zeerobben, waren in de minderheid en weken meer en meer achteruit, totdat wij onzen kans schoon zagen en aan den haal gingen.

We regelden 't zóó onder den weg om in ruzie niet te geraken, maar de slimmerik, 'k gevoel het, hij zou de afspraak willen verbreken en mij de bruine ontfutselen. 'k Zou ze alle twee willen! dat is 't, riep Odo ineens opschietend uit zijne mijmering, en hij loech meê, omdat ze allemaal in luiden lach uitschoten en zijne buitensporige reden aardig vonden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek