United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Holstaff had al de klagten, die hij bijeen kon brengen, veil voor het lot van zijnen ongelukkigen vriend; Van Aartheim en Torteltak trokken hem met ladders, touwen en stokken te hulp; en ook Aloys Stadler, toen zijne schoenen gelapt waren, met raadgevingen en aanwijzingen, door zijne lange bergklimmende ondervinding gesuppediteerd.

Denkt u, aan wat 't wijs beleid van gouverneur de la Torre uitgewerkt heeft: de kwijtschelding van straf, die hij aan die ongelukkigen gegeven heeft, bewees dat er daar in die bergen nog een hart klopte in de menschen, dat ze alleen hoopten op vergiffenis.

Op het oogenblik dat de haai den ongelukkigen visscher wilde aanvatten, zag hij zijn nieuwen vijand, en zich weer op den buik wentelend, zwom hij ijlings naar dezen toe.

Jullie mannen vertelt ons, dat wij engelen zijn, en álles van jullie maken kunnen, wat wij maar willen; maar niet zoodra trachten wij je in alle oprechtheid van dienst te zijn, of jullie lacht ons uit en wilt niet luisteren. Wel een bewijs hoeveel die vleierij waard is!" Amy sprak bitter en draaide den ongelukkigen martelaar aan haar voeten den rug toe.

Hij kleedde zich zoo eenvoudig mogelijk; hij gebruikte de meest alledaagsche spijzen; de wijn werd onaangeroerd van zijne tafel naar de zieken gezonden. Hij was de vriend der armen, en ging alleen dan de rijken bezoeken, wanneer geen ellendigen of ongelukkigen zijne hulp behoefden.

Hij was veehoeder in het gebergte geweest, en van veehoeder was hij roover geworden. Cochepaille was niet minder onbeschaafd dan de beschuldigde, en scheen nog stompzinniger. 't Was een dier ongelukkigen, welke de natuur aanvankelijk tot wilde dieren heeft bestemd, en waarvan de maatschappij ten slotte galeislaven maakt.

Alexander Farnese, de zusterszoon van don Juan en de neef van den ongelukkigen don Carlos, was van denzelfden leeftijd als deze zijne beide bloedverwanten, met wie hij opgevoed was. Hij ging, toen hij don Juan opvolgde, in zijn dertigste jaar.

»Wat is dat voor een huis, Henk?« »Een gesticht voor melaatschen, die arme ongeneeslijken worden daar liefdevol verpleegd.« »Hoe treffend dat aan armen en ongelukkigen en zulke beklagelijke menschen gedacht wordt, omdat 't heele volk zich verheugt!

Met eigen oogen ziet zij de ellende van haar land, zij hoort van den Engelschen vijand en den ongelukkigen koning; maar zij leeft ook nog in eene andere wereld, de wereld van haar geloof. Oppervlakkige menschen, welke te laag leven om het boven-natuurlijke te kunnen zien, hebben van haar een dweepster gemaakt, maar hare tijdgenooten zijn soms verbaasd over haar nuchterheid.

Zij sprak mij van lijdenden, van ongelukkigen wier lot soms met eenige opoffering zooveel kon verzacht worden; van plichten, die ik alleen uit luim had beoefend omdat mijn hart niet kwaad was maar zonder eenigen ernst of gevoel van verantwoordelijkheid.