Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Hij zag menschen druk voorbijgaan, een oogenblik loopen in het vierkante raam der deur, haastig en met doellooze oogen kijkend, achter den zwarten rug van den ondermeester om, die met zijn magere beenen op de stoep de wacht stond te houden. Dan zag hij de groentevrouwen en de mannen die naar het werk toe gingen, hij hoorde ze niet alleen, hij kon ze zien ook.
Hieruit blijkt dat Justus, zonder het zelf te weten, van zijne ouders ook nog redelijkheid en tevredenheid had geërfd. Te zeggen dat Justus Eykendaal arm was, is trouwens even onnoodig als de verzekering dat eene stortbui nat maakt, of dat vuur verbrandt. Wie heeft er ooit gehoord van eenen drogen regen, van eene koude vlam, van eenen bemiddelden ondermeester?
Hij kende ze nog wel; dat was de ondermeester, die altijd zooveel te vertellen wist; dat was Rudolf, die naar zee was gegaan, een lange slungel, de jongens noemden hem Stoop; bij het weezenvolkje stond hij hoog in aanzien, en hij had de beroemdheid van mooi te kunnen teekenen; nooit was hij weêr teruggekomen, want op een goeien dag was hij overboord gewaaid, werd verteld; en dat was Leentje met haar lang korenblond haar, ze was aan de tering gestorven; en dat kleine werkmannetje met zijn bult en zijn breeden lachmond; en dat was een oud gerimpeld vrouwengezicht, dat hij altijd zag in de herinnering van dien tweeden tijd, en hij kon het niet anders zien dan in de warme schaduw van een zonnigen werkeloozen Zondag.
Daarom bewezen zy minder eerbied aan Stoffel, dan hem toekwam als derden ondermeester met 'n verlengd buis. En Wouter?
J. E. van Panhuijs, Commissaris des Konings in de provincie Friesland te Leeuwarden. g. p. H. Pasma Fzn., Landbouwer te Haskerdijken. J. W. Petræus, Bankhouder te Harlingen. Mr. I. H. Philipse, Hoogleeraar in de Regtsgeleerdheid te Groningen. G. Piekema, Ondermeester te Pingjum. M. van der Plaats, Boekhandelaar te Harlingen. 8 ex. F. Plantenga, te 's Hage. F. W. van der Ploeg, Landbouwer te Ee.
Was het te verwonderen dat Scheltings gelaat betrok toen hij vernam, dat de man hem wenschte te spreken, die een zoo droevig geheim? met hem deelde, en op wiens verlangen hij Willem als ondermeester had aangenomen, ofschoon hij zich het liefst alleen te midden zijner "schaapjes" bevond; de man eindelijk die nooit zijne woning betrad, dan om een deel der droevige schuld in ontvangst te nemen?
P. Epkema, Doctor in de Letteren, te Amsterdam. L. van Essen, Onderwijzer te Wijnjeterp, voor het Leesgezelschap: Behoudt het goede. J. L. Faber, Ondermeester te Bolsward. Jhr. A. L. C. Fabricius van Heukelom, Lid der Ridderschap van N.-Holland, te Amsterdam. D. P. Farret, Rustend Predikant te Harlingen. Bauke Feenstra, Opperwachtmeester by 't Regiment Rijdende Artillerie, te Amersfoort.
De reden was, dat ik aan boord onder heel wat strenger tucht stond, dan in het ouderlijk huis, waar ik mijn vader, die overigens een zeer knap man was en zijn wereld wel kende, doch van zeezaken verbazend slecht op de hoogte was, in een zekeren zin, als hij op mijn terrein kwam, behandelde als dien ondermeester: ook hij en zijn gansche gezelschap gingen kopje onder in den vijver hunner onwetendheid.
»Wat nieuws en wat moois!" zeide de ondermeester op geheimzinnigen toon. »De historie van eene waternimf. Zullen we een hoofdstuk snoepen?" »Graag! o graag!" riep Marieken; en meteen stak zij, het nijvere kind, de naald met roode zijde in het fluweelen calotje, dat zij werkte voor haar vaders verjaardag. Nu begon Justus met zachte stem te lezen, hoe de ridder tot den visscher kwam:
M. C. Amoraal, te Leeuwarden. L. Anders, Kantoorbediende te Leeuwarden. Mr. J. H. Beucker Andreæ, Advocaat te Leeuwarden. A. S. Andringa, Ondermeester te Koudum. M. D. Anema, Lid van den Raad van Franekeradeel te Ried. P. S. Anema, Lid van den Raad van Franekeradeel te Dongjum. T. W. Anema, Landbouwer te Kimswerd. Het Provinciaal Archief van Friesland.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek