United States or Curaçao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij zullen het graven vandaag maar laten en liever gaan spelen. Ken je Robin Hood, Huck?" "Neen, Wie is Robin Hood?" "Wel, hij was een van de grootste mannen van Engeland en van de beste ook. Hij was een roover." "Heerejé, ik wou dat ik hem was. En wat heeft hij gekaapt?" "Alleen maar bisschoppen en rijke lui en koningen en zulk volk. Maar hij plaagde de arme lui nooit.

Er was nog een andere trek in het wisselende karakter van Benkei zijn lust, om er iemand in te laten loopen. De geschiedenis met den bel van Miidera kan tot bewijs hiervoor gelden, en evenzoo het rijke feest op kosten van een aantal priesters; maar als hij iemand er in had laten loopen, aarzelde hij nooit ten volle het gelag te betalen.

Dat oogenblik stond in haar hoofd gebrand, als iets, dat nooit vergeten kán worden: "hier wacht me het groote geluk of 't groote verdriet."

"Dat had ik nooit van u gedacht, John. Gij hebt er toch niet vóór gestemd?" "Juist zoo, mijne schoone politieke dame." "Gij moest u schamen, John. Arme schepsels die niet onder dak kunnen komen! Het is eene schandelijke, goddelooze, verfoeielijke wet, en ik zal haar breken, zoodra ik er maar gelegenheid toe heb; en ik hoop, dat ik er gelegenheid toe krijgen zal, dat doe ik.

Zoodra de tsaar het paleis had verlaten, begon de jonge prins de deuren van al de acht kamers te openen, de een na de ander, en waarlijk, hij vond veel goud, zilver en andere kostbare dingen. Eindelijk kwam hij aan de negende kamer en redeneerde bij zich zelf: "Ik heb veel buitengewone avonturen overleefd, nooit werd ik door iets verrast; waarom zou ik bang zijn mij in deze kamer te wagen?"

Wat haar het meeste kwelde, was de gedachte, dat zij het hem nooit had gezegd en het hem nu ook nooit meer zou kunnen zeggen, hoeveel hij voor haar geweest was en dat hij aldus heen zou gaan met slechts eene vage hoop in 't hart, dat hare liefde hem toebehoorde. Maar neen, dat was niet noodig!

Nooit, nietwaar? O neen! dat is het goddelijk vermogen der kunst, de kracht der verbeelding! Hebt gij ooit zooveel schoonheid, zooveel lieftalligheid en hemelsche reinheid tevens, in één menschelijk wezen vereenigd aangetroffen?"

Dus ontbreekt het de kastanje-bruine Negers nooit aan goede wooningen, dewyl, zoo men een dorp van hun verbrand, zy morgen een nieuw gebouwd hebben; maar wel zorge dragende, dat zy het niet weder bouwen op de plaats, alwaar de Europeaanen het eerste dorp ontdekt hebben.

Nooit! neen nooit zelfs bij vroolijke scherts, heeft een onrein woord uit uw mond den zuiveren dampkring bezoedeld; altijd hulpvaardig, altijd voorkomend stondt gij den jongeren leerling ter zij, en immer goedaardig en stil, ook dán wanneer gij worsteldet met de kunst die u lief was de menschen weten niet wat daarmee te worstelen valt misschien zelfs worsteldet met uw lichaam er bij, heeft hij geen wrevel in u bespeurd, slechts eenmaal uw toorn.... Maar inderdaad, dat was een al te groote, een overdreven ijver, mijn goede Pieter, immers de naam van uw God werd daar niet gelasterd, en toch, ook zelfs voor dien toorn.... ik zou er u gaarne de hand nog voor drukken.

Erger rijtoer hadden ze zeker nooit gedaan. Men kan zich denken hoe ze er uitzagen, toen ze aan de herberg te Rissäter kwamen: levend, maar door elkaar geschud als hagel in een leeren zakje. "Wat moet dat beteekenen, kapitein Kristiaan?" vraagt de bisschop, toen hij het portier open doet.