United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze heraut, met den geschilden wilgetak in de hand, noodigt u uit. Zijne majesteit geeft audiëntie. Zijne majesteit is voor geld te kijk. Zijner majesteit staatsdame licht het behangsel op. Gij zijt in zijner majesteit onmiddellijke tegenwoordigheid. Geef u de moeite niet bleek te worden; de koning zal u wèl ontvangen. Maar voorzichtig! stoot u niet aan dezen wat is het? een reiskoffer?

Bij het geringste gevaar snelt zij op haar kind toe, laat een zeer eigenaardig geluid hooren, en noodigt het hierdoor uit, aan haar borst een schuilplaats te zoeken. Ongehoorzaamheid bestraft zij met knepen en stompen, dikwijls met echte oorvijgen.

Nog wordt binnen de muren 't vroolijke lachen van gravin Elisabeth gehoord. 's Zondags gaat ze naar de kerk van Svartsjö, die dicht bij Borg ligt, en noodigt daarna gasten om meê bij haar aan huis te gaan eten. De rechter van Munkerud pleegt te komen en de kapitein van Berga en de kapelaan en de booze Sintram. En als Gösta Berling over 't ijs naar Svartsjö gekomen is, noodigt ze hem ook.

Ge kunt zonder kloppen binnentreden; in den hoek van een zeer sober gemeubeld vertrek zit een heer aan eene kleine schrijftafel te werken: dat is de minister. Hij staat op, reikt u de hand, en noodigt u uit, plaats te nemen.

God groet u, zeide Nikolaïeff, terwijl hij mij naderde, of gij zoo goed wildet zijn bij den kapitein te komen, hij noodigt u thee met hem te drinken. Met moeite baande ik mij een weg tusschen de in rotten staande geweren en de brandende vuren door, en volgde Nikolaïeff naar Bolchoff; ik verlangde naar het glas warme thee en het aangename gesprek, die mijn sombere denkbeelden zouden verdrijven.

Bij mijn binnentreden noodigt zij mij uit, te gaan zitten, en haar pijp uit den mond nemende, biedt zij mij die zeer beleefd aan. Even beleefd weiger ik: de muzelmannen ik weet het gebruiken zeer ongaarne iets dat door een Christen is aangeraakt, en even weinig zijn wij er op gesteld, eene pijp tusschen onze lippen te nemen, die reeds van mond tot mond is gegaan.

Komt! oefnen wy de vlerk der weetzucht laag by de aard, Gods hulp zal met ons zijn, zy is 't die ons bewaart. Zijn Wijsheid houdt zich aan den stervling niet verborgen. Zy roept ons: Kom tot my, by avond en by morgen; Zy toont zich wijd en zijd, en biedt de hand ons aan, En noodigt ons, in ernst heur gangen na te gaan. Ja, slaan wy ze ijvrig ! en leere ons de ondervinding Ons eigen pad erkennen.

Indien deze plechtigheid voorbij is en er geen priester aanwezig is, noodigt de gastheer zijn gasten uit zelf hun gebed op te zeggen. Veel Servische boeren hebben het talent om geïmproviseerde gebeden op te zeggen en daar is bij deze ceremoniën altijd vraag naar.

Janssen noodigt de gasten om zijn voorbeeld te volgen, en terwijl het Geldersche echtpaar met hun lepels de soep over den rand van den grooten schotel binnen hunne borden werkt.... aarzelen de Hagenaars; maar volgen ten laatste inderdaad het gegeven voorbeeld.

Maar zij begroeten hem met gejubel en heeten hem welkom, even als Gösta. Een beker met den brandenden drank gevuld, wordt hem voorgezet en zij geven hem de eereplaats aan tafel. Beerencreutz noodigt hem uit tot een spelletje kaart, Patroon Julius zingt hem zijn mooiste liederen voor en