United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik had de eer onder het getal der geenen, die vertrekken moesten, te behooren; maar den Heelmeester verklaard hebbende, dat ik gevaar liep myn voet kwyt te raaken, indien ik door de bosschen ging, ontfing ik bevel, om op Maagdenberg te blyven, met vermogen echter, om, indien ik binnen kort hersteld was, my by den Colonel te vervoegen, en, zoo goed ik konde, my naar Barbacoeba te begeven.

"Lieve vader!" riep Adelgonde, naar Van Bergen toesnellende, die, in reisgewaad, onaangediend en zachtkens de zaal was binnengetreden: "Lieve beste vader!" riep zij nogmaals, terwijl zij aan des graven hals bleef hangen: "hoe onuitsprekelijk verblijdt mij uw komst!"

Naar Rome weêr toe, naar mijn broêrtje!! O, heer, o heilige heer, zeg, mag ik u volgen? De hand bleef steeds op het voorhoofd van den knaap. Kind, zeide Johannes. Volg mij niet, noch naar Rome, noch naar welk oord, waarheen de Keizer mij bant. Blijf samen, hier, met den sterken vriend. En genees eerst. En hoop op de dingen van het leven, die aan je jeugd nog dierbaar zijn.

Wij stappen er door over de mollige tapijten van heldere kleuren, die op den grond zijn uitgespreid, en nemen plaats met het gezicht naar de schuimende wateren van de cascade. Enkele notabelen, die achtergebleven waren, om de laatkomers te ontvangen, nemen vriendelijk de honneurs van het buffet waar, dat op lage tafels is aangerecht, en nog goed is voorzien van bonbons en inlandsch gebak.

We hadden te Secrole in een der beste hôtels der Engelsche stad ontbeten en gedineerd en toch moet ik zeggen, dat deze keuken ons die van »monsieur Parazard" deed betreuren. Toen de gondel onder aan de Gâth kwam aanleggen om ons naar den rechteroever van den Ganges terug te brengen, ontmoette ik voor de laatste maal den Bengali, dicht bij het vaartuig.

Siam bezit namelijk deze ruïnen, en het doet weinig of niets voor het onderhoud. Toen wij door Siem-reap reisden, kwam een siameesche gouverneur onze paspoorten opvragen en noteerde onze namen, om ze naar Bangkok te zenden. Na een laatsten blik op den kolossus van Angkor-Wat, een blik, die het geheel niet kon omvatten, begaven wij ons naar beneden naar onze boot.

De kotter slingerde niet meer zoo vreeselijk, en begon weer naar het roer te luisteren, zoodat hij rustiger in het water lag en zich ook vrij snel voortbewoog, daar de wind nog altijd krachtig genoeg was, hoewel niet zoo sterk meer als gedurende den orkaan. De hemel was nog altijd met wolken bedekt en weldra viel een echt tropische regen in stroomen op ons neder.

"Weet je nog wel, dat wij al te Bakoe zijn geweest?" "Ik zie nog de kozakken in de straten." "Er gaan tweemaal 's weeks stoombooten van Bakoe naar Enzeli, de haven van Resjt...." Mijn hart begon onrustig te kloppen. "En van Resjt naar Teheran," ging hij voort, "hebben de Russen een uitmuntenden weg aangelegd van 325 kilometer, waar de automobielen..." "Zeg maar niets meer. Wanneer gaan we?"

Hierop was hij naar de stad gegaan, had zijn portret laten maken en veertien dagen later gingen meer dan dertig kinderen naar huis, en ieder had een keurig nette afbeelding van den goeden man in den zak.

Maar waar ben je toch den heelen nacht geweest, toch niet aldoor op straat? Er is zóó naar je gezocht."