Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 augustus 2024


Hoop met mij, ik den notarispost zal krijgen; het protekol is in handen van den notaris uit E. die met Van Bavik op en neer gaat, dat maakt mij soms zoo benauwd. Nogmaals gegroet Dierbare Suus, ik heb waarachtig alles voor je over, en geloof mij, Dierbare Mejuffrouw Suze! UWelEd. Dienstw. Dien. en Minnaar. B. Flitz. Kat. Not. B. den 12 Mei 18.5. PS. Atjuu Suus!"

Tot Gawein vraagde aan Ysabele, in de blauwe nacht van maneschijn, die tusschen de zwarte kruinen van het donkere foreest, tusschen de zwarte kanteelen van den donkeren burcht neêr zeefde met zilveren vallen van licht, boven in den hemel de glanzende wemeling der starren: Ysabele, mijne zoete Ysabele, koninginne van mijner harte rijk, zeg mij: hebt gij mij lief?

De glimmende stoelen stonden ernstig op roten, en de godslamp was als een oog. Hij zette zich neer, en deze ongebroken geruchteloosheid deed hem van vrede de oogen sluiten. Zijn ziel opende zich in hem en al het andere was als een vergeten droom ... zoo zat hij. "'k Heb God gevoeld, mor 'k blijf toch mensch," zei hij.

Aan het avondeten zat men treurig bij elkander. De oude Granger was geheel van streek, en zelfs Elisabeth's ijzeren zenuwen waren geschokt. "Het kon niet erger zijn," jammerde de oude man, van tafel opstaande, en de kamer op en neer loopende. "Dat kon het wel, vader," sprak de praktische Elisabeth.

Maar zijn hand zonk machteloos weer neer, want in hetzelfde oogenblik had hij, bij het bleeke licht van de maan dat door een der ruiten van de kajuit drong, in den dief zijn eigen neef herkend. »Groote God!... Andries!! Jij?" riep hij vol ontzetting. »Pieter ... ik ... ik ..." »Weg!! Weg!!" schreeuwde Van Halen met heesche stem.

Von Zwenken beet zich op de lippen, sloot de oogen en dook neer in zijn armstoel of hij een knodsslag ontvangen had, maar verslagen achtte hij zich toch niet, want na eenige oogenblikken hief hij zich weer op en sprak tot Francis: "Ik geef het u toe dat gij het mij afwint in kracht om ontberingen te dragen; maar gij zoudt toch niet kwalijk doen, u van tijd tot tijd toe te leggen op eenige zelfbeheersching.

Midden in den zaal stonden drie bieljarten, waar heeren met lekker-ruikende-baarden in hun overhemdsmouwen om heen liepen; de lampekappen stortten het licht over de bieljarten neêr, dat de spelden in de kleurige dassen deed blinken, maar de gezichten in de schaduw liet; de heeren droegen de keuën geweêrsgewijze over den schouder, de pomeranz, met krijt besmerend.

Voortgegeeseld door karwatsende kerels langs de kanten aan het loopen, gestriemd over de bastige ruggen die wrongen en krompen en rekten, maar bleven omdringen het heiligen-stoetje, tot een kern daar middenin, gesloten aan elkaâr, verschenen er de gekken in 't hemd wit, rood, beplast met bloed. Daar danste vooraan de donkere vrouw met de oogen dicht, òp, neêr.

Intusschen bleven de Kerels boven de gaanderij waakzaam om alwie zich langs dien kant der kerk dorst wagen neer te schieten of te verpletteren; maar de Isegrims hielden zich schuil onder de zijbeuk en schenen daar onder elkander over iets te raadplegen.

Ik verlaat hem voor altijd juffrouw Anna. Nu kan, wie wil, hem meênemen." Hij buigt zich neer om Gösta op te tillen. Maar daar komt Anna vlak bij hem, ziet hem doorborend aan en sist als een gemarteld dier: "In Gods naam, man, rijd naar huis. Weet je niet wie er in den schommelstoel op de zaal zit en op je wacht? Durf je hem te laten wachten?"

Woord Van De Dag

juublende

Anderen Op Zoek