United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook hieruit valt af te leiden, dat hij reeds eerder een gelijkvormig wezen had gekend, n.l. Lilith, doch dat deze tweede hem meer gelijk was dan de eerste. Blijkbaar heeft Mozes om maar de vrouw voor zijn boven aangegeven doel een trap lager te kunnen stellen dan den man, de verschillende legenden, waarvan hij zich bij het samenstellen van zijn scheppingsverhaal bediende, geweld aangedaan.

Ain-Moesa, aan welke de overlevering den naam van putten van Mozes gegeven heeft, is een liefelijk plekje te midden der woestijn. Hier groeien, aan den voet eens heuvels, verscheidene palmen, in wier nabijheid zich zeven bronnen of vijvers bevinden. De meesten zijn echter uitgedroogd, één levert nog slechts drinkbaar water.

Ook in den dienst van den eenigen waarachtigen God bleken zij niet standvastig te zijn; zij hadden maar al te veel geneigdheid om de afgoden te dienen, die zij in Aegypte hadden leeren kennen. Alleen een man als Mozes was in staat zulk een volk in toom te houden en te leiden naar zijn' wil.

Onder luid geschreeuw en gejammer wordt de kist naar het gat nauwelijks een grafkuil gedragen, waarin zij nedergelaten zal worden; en hier wordt nu, bij het neigen der banieren en het spelen der muziek, Mozes Crump ter ruste gelegd. De gansche familie is tegenwoordig mannen en vrouwen, knapen en meisjes.

Luister naar hetgeen mij de bijbel leert: de mensch die Gods geheimenissen wil doorgronden is als de beesten waarvan MOZES spreekt, die gesteenigd zullen worden als zij den Horeb beklimmen. Ook ik ben overtuigd, herneemt MARTIJN, dat alle engelen samen de Godheid niet zouden kunnen omvatten; doch leer mij zooveel mijn door de zonde verzwakt verstand kan bevatten.

"O, hij kan nog wel staan, als hij maar vlak tegen den muur wordt gezet." "Dan moet Oom Peter er niet op gaan zitten, omdat hij altijd hobbelt als hij aan het zingen komt," zeide Peter. "Laatst hobbelde hij bijna de geheele kamer door." "Toe! laat hij er dan op zitten", viel Mozes er op in. "He! dan begint hij: "Komt, heiligen en zondaars!" en dan tuimelt hij omver."

Gisteren naar Antiochië reizende, vernam ik dat hij mijn vader gekend heeft. Ja, ik heb vorst Hur gekend. Wij hebben samen handel gedreven. Maar ga toch zitten, bid ik u; en, Esther, breng wijn voor den jonkman. Nehemia spreekt van een zoon van Hur, die over half Jeruzalem regeerde; een oud geslacht, zeer oud. In de dagen van Mozes en Jozua vonden zij reeds genade in de oogen des Heeren.

De Heks heeft niet gewild. Wij hooren, dat R. Mozes Azirie niet gekomen is. Ook geld heeft hij niet gestuurd. Maar wel een mooien brief. En daar doen we het dan maar weer mee. Het geheele vertrek is volgestampt met Jemenietische dames en Jemenietisch kroost. Enkele zijn al Europeesch gekleed. Maar de meeste Jemenietisch, bont, dat kakelt. Zij hebben veel goud, goed uitgesneden en geslagen.

"Omdat de plaats, waar Mozes met zijn volk is doorgetrokken, zoo verzand is, dat de kameelen er ter nauwernood tot aan de knieën door het water gaan. Gij begrijpt, dat mijn Nautilus er dus geen vaarwater vinden kan." "En die plaats?" vroeg ik.

De jongste wordt door zijn broeders dan ook niet met goede oogen aangezien, maar hij is doorgaans de slimste, zooals blijkt uit het verhaal der Twee Broeders, het oudste ons bekende sprookje, dat ten tijde van Mozes in Egypte werd opgeteekend; zie hierover mijne Essays en Studiën, bl. 216.