Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
"Neen, met uw verlof!" zeide de monnik, die door de opene deur verscheidene lieden in het voorhuis bijeen zag en zich niet onnoodig aan het gezicht wenschte bloot te stellen, "dat niet: hier geeft gij mij antwoord of wij rijden terstond verder."
"Evenwel bid ik u, mijne boodschap aan den heer van het kasteel te doen," antwoordde de gewaande monnik; "geloof mij, ze zal door hem goed opgenomen worden, en de vogel zal zingen, dat het geheele kasteel hem hooren zal."
Toen liepen gij en ik en al de rijksvorsten naar Rome, om die pen in stukken te breken. Maar hoe meer moeite we deden, hoe sterker ze werd. Eindelijk gaven we 't op. Ik liet toen aan den monnik vragen, want ik was nu eens in Rome en dan weer in Wittenberg vanwaar hij die pen had en hoe zij zoo sterk kwam.
"Gij kunt schrijven!" zeide Adeelen verbaasd, nadat de monnik vertrokken was. "Is dat wonder voor een afgevaardigde der Kapittels? maar ik kan meer dan dat, gelijk gij zien zult, indien gij u overmorgen op 't steekspel bevindt." "Voorzeker hoop ik daar te komen," zeide Adeelen.
De monnik schreef, dat Mevena naar Pisa was gegaan door groot verlangen gedreven en niet naar het slot, en dat hij haar ziek in die stad had gedragen daar zij van haar paard was gevallen; doch dat zij thans weêr beter was. Zij liet vragen of zij in het kamp mocht komen, voor een kort oogenblik slechts, zij zou weêr aanstonds vertrekken.
"Gelooft gij dan," zeide de monnik, "dat uwe mede-afgevaardigden dat vertoog zouden hebben willen goedkeuren? Zoo gij waant op een dergelijke wijze het doel te bereiken, waar gij naar streeft, bedriegt gij u zelven. Of waant gij in staat te zijn, alleen met uwe bloedvrienden en volgeren, de Hollandsche macht te weerstaan?" "Gansch Westergoo zal de wapens opvatten, zoodra ik het zwaard ontbloot!"
't Was werkelijk ontroerend, den intocht te zien van dezen eenvoudigen monnik in de rijksstad. Als hij de keizer zelf was geweest, kon hij er niet met grooter belangstelling ontvangen zijn. 't Was er nog vòller dan bij den intocht van den keizer. Over
Ik vertrouw u niet, De Bracy." Gedurende dit gevecht en het korte gesprek, dat er op volgde, drong Cedric aan het hoofd van een bende, waaronder de monnik zich onderscheidde, over de brug zoodra hij de sluippoort open zag, en dreef de ontmoedigde en hopelooze volgelingen van De Bracy terug, van welken sommigen genade smeekten, anderen een vruchteloozen tegenstand boden, en de meesten naar het binnenplein vluchtten.
Op het ogenblik dat Gwyde de dienstwilligheid der Bruggelingen door dankbare woorden wilde erkennen, ging de deur der zaal open, en al de ogen stuurden zich met verbaasdheid op een monnik, die stoutelijk, zonder geroepen te zijn, in de zaal kwam en tot bij de Dekens naderde.
"Hier is het klooster al," zeide Tamalone toen zij een paar rossige ramen voorbij kwamen. De weg werd moeilijk, zij stegen een steile helling op en ademden zwaar van inspanning. Het was drukkend warm, de regen werd dichter en ritselde in de bladeren van boomen nabij. De monnik bleef staan en riep iets in het fransch, waarop in de duisternis aanstonds antwoord klonk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek