United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar drong Mirabeau, een zeer heerschzuchtige en uitbundige persoonlijkheid, aan zijn gast zijn ekonomische werken op, en trachtte hem te bekeeren tot de leer der physiocraten. Rousseau antwoordde dat hij zou probeeren ze te lezen, maar denken altijd een erg vermoeiende bezigheid vond en nu vooral.

"Wij zijn heden, wat we gisteren waren, laten wij voortgaan met beraadslagen," liet Siéyès hierop volgen. Kalm en vastberaden toog men aan den arbeid; alle genomen besluiten bleven gehandhaafd, terwijl op voorstel van Mirabeau de onschendbaarheid van de leden der Vergadering werd afgekondigd. En de koning?

Toen stond Mirabeau, de afstammeling van een der oudste adellijke geslachten van Frankrijk, maar een volbloed aanhanger der volkspartij, op, en zei aan de Brézé, dat hij geen plaats in deze vergadering had, noch recht van spreken en verder: "Ga aan uw meester zeggen, dat wij hier zijn door den wil van de natie en dat wij alleen van hier gaan door de kracht der bajonetten."

Er is nog geen spoor van weloverlegden socialen hervormingszin in, en zoo wordt er op het thema doorgezongen, door La Bruyère, door Fénélon, tot diep in de achttiende eeuw, want nog de klachten van den ouden Mirabeau, "l'ami des hommes", zijn weinig anders, al klinkt daarin het geluid van het komende verzet.

De Republiek was hem een guillotine bij schemeravond; het Keizerrijk een zwaard in de duisternis. Hij had er in gestaard, en waar hij niets dan een duisteren chaos verwachtte, had hij met een ongehoorde verrassing, aan angst en vrees gepaard, sterren zien fonkelen als Mirabeau, Vergniaud, Saint Just, Robespierre, Camille Desmoulins, Danton, en een zon zien verrijzen als Napoleon!

"De leelijkheid van Mirabeau, die alle vrouwen wist te verleiden!" viel ik uit, door eene onbestemde gewaarwording van wrevel overmeesterd.

Napoleon zond hem zijn te Valence geschreven "Geschiedenis van Corsica" waarvan Mirabeau o. a. had gezegd, dat die kleine historie een genie van den eersten rang scheen aan te kondigen en tevens zijn "Open brief aan Matteo Buttafuoca" een gloeiend smaadschrift op dezen adellijken landgenoot "die Paoli kort te voren in de Nationale Vergadering had gebrandmerkt als een man, die aristocraat, democraat, noch royalist, in staatszaken slecht was te vertrouwen en in alles arglistig te werk ging."

De derde stand verlangde, dat dit zou plaats hebben in de volle vergadering, dus samen met adel en geestelijkheid. Deze, in een afzonderlijk lokaal vergaderd, verzette zich hiertegen. Pogingen om tot een vergelijk te komen mislukten; intusschen wachtte de derde stand, op aanraden van Mirabeau, geduldig maar vastberaden en dicht aaneengesloten op een beslissing.

Hij was de krijgsmakker van Dumouriez, de vriend van Lafayette; hij had tot de club der Jacobijnen behoord; Mirabeau had hem op den schouder geklopt; Danton had tot hem gezegd: jongeling! In 93, op vier-en-twintigjarigen leeftijd, had hij, als mijnheer de Chartres, in een donkere loge der conventie, het proces bijgewoond van Lodewijk XVI, zoo terecht "die arme tyran" genoemd.

Reeds in Augustus in Juni betrok hij 't kasteel schreef hij aan Mirabeau, dat de behandeling die hij van de bewoners uit de buurt ondervond, verschrikkelijk was.