Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Met dat gezelschap begaf Fulco zich op weg naar Dordrecht, om eene laatste poging tot redding van Heer Gijsbrecht te doen. Hoe hoopte de brave jongen, dat het hem nu zou mogen gelukken! De grijze minstreel 't Was feest op Crayenstein, het machtige slot van den gevreesden Aloud, 's Graven Baljuw.

Een schildknaap bracht hen naar het vertrek, waar de bedienden bijeen waren. Ook daar vierde men feest, en zooals het gewoonlijk gaat, de dienaars volgden het voorbeeld hunner meesters maar al te getrouw. Ja, zij overtroffen hen zelfs in ruwheid en losbandigheid. Een enkele oogopslag was voldoende om den minstreel te doen zien, dat de vurige wijn zijne uitwerking deed.

Nu kwamen zij in eene vrij groote kamer, waar zij Coenraad op een gereedstaand rustbed nederlegden. "Bindt hem, en belet hem het schreeuwen," riep nu de minstreel. "Hij mocht nog eens bij kennis komen. Wij kunnen niet te voorzichtig zijn. Ik zal ondertusschen eens snuffelen, of ik de sleutels kan vinden. Vroeger droeg hij die aan zijn gordelriem, maar dat schijnt hij nu niet meer te doen."

"De donderbui is overgedreven, maar het regent nog, dat het giet. Het is althans voor Jonkvrouw van Arkel geen weer om er door te gaan," sprak de schildknaap. "Dan blijven we hier, totdat het wat droger wordt," besloot Gijsbrecht. "Komt, laten we om de tafel gaan zitten en het ons wat gezelliger maken. Toe Fulco, zing eens een lied. Men noemt je immers den Minstreel?

Hij scheen niet eens te hooren wat er gezegd werd, want hij stond op en greep eene vedel, die tegen den wand stond. "Ha, dat is een voortreffelijk plan, Fulco," riep men van alle kanten. "Stilte, we krijgen een lied!" "Een lied van Fulco den Minstreel!" riep lachend Marij, de dienstmaagd van Jonkvrouw Bertha. "Dat zal wat moois wezen!" liet zij er plagend op volgen.

Wat er nu ook moge komen of gebeuren, Heer, gij loopt door. Ieder zal u voor den minstreel aanzien, die dezen avond voor de gasten gezongen heeft. Wacht, laat ik u bij den arm houden, 't is pikdonker. Goed zoo, langzaam verder, jongens, en geen geritsel! Ha, zijt ge daar aan de trap? Mooi, nu opgepast, hoor! Langzaam naar boven!"

"Welnu, ook als Minstreel zou men mij den toegang tot het kasteel niet weigeren, en waarschijnlijk evenmin een nachtverblijf." "Dat is waar," hernam de Edelvrouwe, "maar hebt gij het wel ver genoeg in de kunst van spelen en zingen gebracht, om als Minstreel te kunnen optreden?" "Ik zou mij eerst nog eenigen tijd moeten oefenen, voor ik het zou kunnen wagen. Ook kan ik dat niet alleen doen.

Zij gingen zonder leven te maken verder en kwamen aan de deur, die naar buiten voerde. Fulco opende die. Nu waren zij buiten; zij waren gered. Neen, toch niet: daar stond een wachter aan de brug. "Wie daar?" riep deze. "De minstreel en zijne dienaren!" riep Fulco. "Heer Aloud gelast u ons door te laten." Maar de wachter was voorzichtig. Hij kwam naderbij en beschouwde hen met aandacht.

"Laat dat dan de laatste zijn, Coenraad," zeide de minstreel, terwijl een der zangers hem opnieuw inschonk. "Ja, d... de laa.., t... ste," mompelde Coenraad. Toen namen de zangers hem in hun midden en verlieten met hem het vertrek. "Waar moeten we je brengen, Coenraad?" vroegen zij lachend, maar toch keken zij elkander met een veelbeteekenenden blik aan.

Behendig werden zijne kleederen losgemaakt, en waarlijk, daar kwamen de langgezochte sleutels voor den dag. De oude minstreel greep ze haastig aan en verborg ze onder zijn mantel. "Nu naar beneden!" riep hij. "Maar laten we voorzichtig zijn. Neem jij de lamp mede, Wolfgang, en doof haar uit. Kunt ge straks licht maken?" "Dat is in orde," klonk het antwoord.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek