Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
"Laten we dan gaan," gebood de minstreel. "Past allen op, dat er geen leven gemaakt wordt. Het minste geritsel kan ons verraden en het leven kosten. Neemt het zwaard in de hand, en denkt er om: geen genade, voor wie ons in den weg mocht staan. Voorwaarts!" Behoedzaam daalden zij de trap af, die naar de onderaardsche gewelven voerde. Eene kille, benauwde lucht kwam hun te gemoet.
Samen haastten zij zich naar Asgard, waar beiden hartelijk welkom werden geheeten, en waar Odin, na runen te hebben getrokken op Bragi's tong, besloot, dat hij de hemelsche minstreel en dichter zou zijn van liederen op de goden en de helden die hij ontving in het Valhalla. Vereering van Bragi.
Zij schijnen er van overtuigd te zijn, dat zij weldra toegejuicht zullen worden. Alleen de minstreel zelf is een grijsaard. Zijn uiterlijk teekent hem als een man, die de zestig reeds lang achter zich moet hebben. Hij heeft een eerwaardig voorkomen. Zijne zilverwitte haren hangen hem in golvende lokken over de schouders, zijn lange baard reikt hem tot op de borst.
En had de dikke drinkebroer nog scherper uit de oogen kunnen zien, dan zou hij ook opgemerkt hebben, dat de oude, grijze minstreel in het minst niet zat te suffen of te slapen, zooals hij meende, maar dat deze wel degelijk hoe langer hoe meer belangstelling in hem begon te toonen.
In Villehardouin, in de werken van de Minstreel uit Rheims, en later in de kronieken van Froissart ontwikkelt zich een ridderlik romantiese kunst om de geschiedenis te schrijven, met schitterende beschrijvingen van de feesten der Bourgondiese hertogen en het hofleven der Engelse Plantagenets of van de heldenfeiten en de Oosterse lust naar avonturen op de kruistocht naar Konstantinopel.
Wie de Divina Commedia las, kent den toornenden profeet en den berouwenden zondaar; maar hij kent niet den zachtzinnigen minstreel, den weeken jongeling, die verbleekt en beeft bij den aanblik van een jong meisje en die, liggend in zijn eenzame kamer "als een geslagen knaapje" den "grond met tranen baadt" omdat zij hem heur groet onthield.
De weemoedige inhoud van het lied zoowel als de schoone voordracht van den grijzen minstreel had hen getroffen. Na eene korte pauze deed de zanger opnieuw de snaren trillen, doch nu met krachtige hand. Forsch en gespierd klonken de tonen door de holle zaal. De gestalte van den grijsaard verhief zich en zijne oogen fonkelden van vuur. Met gloed en warmte zong hij het lied: De Kruisprediker.
Daar oefende hij zich ijverig in de muziek en verbond zich met eenige jongelieden, die bereid waren hem op zijne rondreis als minstreel te vergezellen. Het waren talentvolle jongelieden, die met elkander een voor dien tijd volledig orkest vormden.
't Was slechts een steen, die losgeraakt, met een donderend geraas van het gewelf nederviel. Rommelend verloren de echo's zich in de holle ruimte. Toch waagden zij zich nog niet verder. Angstvallig luisterden zij, of zij ook iets verdachts hoorden. Maar alles bleef stil. "Laten we niet langer dralen," sprak de minstreel. "Ontsteek het licht opnieuw, Wolf, en laten we voortmaken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek