Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


De schoolmeester woonde niet, evenals zijn makkers, in de kom van de gemeente, maar op een kleinen afstand in een zeer onaanzienlijk en armoedig gedeelte. Hij woonde bij een oude vrouw, de weduwe van een mijnwerker, die bij een ontploffing het leven verloren had.

Naar men ons verzekerde, leverde hier ieder kwintaal erts gemiddeld honderd-vijftig goudstukken, zoowat duizend francs; en hoe veel kwintalen heeft de mijnwerker niet reeds uitgehouwen! Inderdaad heeft men hier indrukwekkende monumenten van de romeinsche macht voor zich.

Alleen omdat wij, niet aan die levenswijze gewoon zijnde, het gevaar in dezen vorm zoo duidelijk zien, verbaast het ons, als wij nader kennis maken met de talrijke bevolking van de vele dorpen, die zich rondom de mijnen gevormd hebben, dat de vrees voor, en zelfs de gedachte aan het steeds dreigende doodsgevaar, in het leven van den mijnwerker zoo luttel plaats beslaat.

Hij maakte onbewust een beweging van afkeer, telkens wanneer hij aan de mijn dacht. De nacht zonder sterren, zuchtte hij dan; de duisternis zonder licht. Hoe kan er tevredenheid wezen en opbeuring bij dien arbeid, waar de mensch als het dier, wroetend in den grond, als het dier zwoegt met gebogen hoofd. Die arbeid is immers zonder vrucht, dus zonder voldoening. De mijnwerker verwerkelijkt niets.

Hoewel hij nog sedert kort mijnwerker was, hield Alexis toch reeds veel van zijn mijn en was hij trotsch op haar; zij was de mooiste en de belangrijkste uit het land; hij sprak er over zooals een reiziger, die uit een onbekende streek komt en nieuwsgierige ooren gevonden heeft.

Een mijnwerker, die van de opbrengst zijns arbeids slechts een normale vergoeding verwachtte zou zich met recht tevreden gesteld gezien hebben. Voorzeker! Ongetwijfeld! Toch was Cyprianus het niet. "Als mij alle twee of drie maanden zoo'n buitenkansje wedervoer," vroeg hij zich zelven af, "zou ik dan wel veel verder zijn?

"Ik kan mijn jongen toch aan geen ketting leggen! Hij is door den loopstoel heengegroeid, mijnheer pastoor. Daar moet maar verdiend worden." "En maar naar de mijn toe, alsof dat het eenige was!".... "Waarom zou een mensch dan van den goeden weg moeten raken, omdat hij mijnwerker wordt? Mijnheer pastoor zal toch wel weten, dat een boer al evenmin een heilige is."

Op de hoogte van het leven verkeert hij in stille samenspraak met het Leven. Een schijnsel omstraalt hem van het komende licht. Wat nood of de nacht voor hem nabij is gekomen. Is hij ook niet een kind van den Nacht, hij de mijnwerker, de graver en groever. De nacht, de aanstaande nacht, brengt rust en vrede. Laat hem genieten, dat eene, unieke oogenblik, van het rein ontwaken zijner oogen.

Ofschoon het mijnwerkersleven de stof kan leveren voor forsch schilderwerk en mooie onderwerpen kan bieden aan de hand van den beeldhouwer, wanneer een geniaal kunstenaar als Constantin Meunier ze met antieken ernst behandelt, het leven zelf is vuil en treurig en bedroevend, en in het algemeen behoeft men geen mijnwerker te worden, om landschappelijk schoon te kunnen bewonderen.

Sanctorius verhaalt, dat een gevangene, die 20 achtereenvolgende jaren in den onzuiveren dampkring eens kerkers had doorgebragt, de frissche buitenlucht niet meer kon inademen, en dat zijne gezondheid eerst terugkeerde, toen hij weder in denzelfden kerker geplaatst werd. En hoe zeer wijkt ook niet de zamenstelling der lucht, die de mijnwerker ademt, van die des dampkrings af, waarin wij leven!

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek