Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
... Alhoewel de getuigen geenszins van goed en zedelijk gedrag waren, werd Michielken gevangengenomen. Daar Spelle en zijne knechten verklaard hadden, dat de bewijzen voldoende waren om den beschuldigde op de pijnbank te leggen, werd Michielken bij de armen gehangen aan eene katrol, die in de zoldering vastgemaakt was, nadat men aan elken zijner voeten een gewicht van vijftig pond had gebonden.
Spelle, sprak het spook opnieuw, provoost Spelle, word wakker, of ik sleep u in den gapenden mond van de helle. Spelle sukkelde recht en riep jammerlijk, met de haren te berge van schrik: Michielken! Michielken! heb medelijden! De poorters waren nader gekomen, doch Spelle zag niets anders dan de lichtjes hunner lanteernen, die hij voor oogen van duivelen nam. Zoo, ten minste, bekende hij later.
Toen het droog was, beschilderde hij het met de kleur van de lijken, met verwilderde oogen en een pijnlijk en getrokken gelaat, als dat van een zieltogende. Toen was het meideken niet meer verwonderd, doch ze bekeek het masker, zonder er van de oogen te kunnen slaan; ze werd bleek, ontstelde, bedekte heur gezicht met de handen, en huiverend sprak zij: Hij is het, mijn arm Michielken!
Spelle, vervolgde de schim van Michielken, zijt gij tot sterven bereid? Tot sterven, neen, antwoordde de provoost, neen, messire Michielken, daar ben ik niet toe bereid, want ik wil vóór God niet verschijnen, beladen met zoo menigvuldige zonden. Herkent gij mij? vroeg het spook.
... Michielken is geen ketter, zeiden eenstemmig al de goede burgers van de gemeente, want hij ging alle Zondagen naar de misse en naderde alle hoogdagen de heilige tafel; zij getuigden verder, dat hij over Onze-Lieve-Vrouwe nooit eenig andere rede gehouden had dan heure hulp in te roepen in moeilijke aangelegenheden; dat hij nooit kwaad gesproken had van eenige vrouw op aarde, en hij dienvolgens het nog minder hadde gedurfd van de hemelsche moeder Gods.
Ik weet hunne namen niet meer, maar ik zal ze opzoeken en ze u zeggen, als gij wilt; elders nog heb ik insgelijks gezondigd, heer, en door mijn toedoen zijn negen en zestig onschuldige martelaren ten grave gedaald. ... Michielken, de koning moest geld hebben.
Op slag van tien uren kwam Spelle uit den Valk, gevolgd door zijne twee beulsknechten en door Pieter de Roose. Lansaem en zijne gezellen waren verscholen in de schuur van Samson Boone, een vriend van Michielken. Spelle kon hen niet zien. De vrienden van Michielken hoorden hem zwijmelend voorbijgaan, alsook Pieter de Roose en de beide beulsknechten.
... Pieter de Roose vluchtte uit Meulestede, uit vreeze dat het hem nog blijvende geld opnieuw de aandacht van Spelle zou wekken, terwijl Michielken, mijn arme broeder, stierf van den kanker, die zich aan zijne voeten gezet had.
... Michielken zei, dat hij nog liever alle tormenten verduurde. ... Toen die van Meulestede de gevangenneming vernomen hadden, wilden zij bij hoopen voor Michielken komen getuigen.
Valsche getuigen, rabauwen, die gretig naar guldens waren, verklaarden dat Michielken een heretiek was, dat hij vuile reden gehouden had over Onze-Lieve-Vrouwe, en meermalen den naam van God en de santen en santinnen gelasterd had in de taveerne den Valk, en dat hij daarenboven voor 't minst driehonderd florijnen in eene kist liggen had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek