Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


De knechts smeekten hun meester dit niet te doen. Zij zeiden: "Beste meester, het is zonde hen te dooden!" Maar de heer gedoogde geen tegenspraak en beval streng: "Doet, zooals ik bevolen heb!" Daarna stegen hij en zijn vrouw te paard en zij begaven zich op weg naar huis; hij op een hengst en zij op een merrie. Op de reis bleef de merrie wat achter den hengst.

Zoo gauw hij met zijn eten klaar was stapte hij op, liep naar den paardenstal, haalde de merrie uit en spande haar voor de driewielkar, waarop hij met een forschen til de zware horde laadde. En weg was hij, over den boomgaard en door 't open hek, door Vaprijsken vergezeld. Alfons glimlachte tevreden, hem met een goedkeurend hoofdgeknik naar Rozeke van uit zijn hoek door 't raampje nakijkend.

Hij was er weer mee bij den hengst geweest, op een door hem alleen gunstig geacht oogenblik; en weldra leed het geen twijfel meer, dat de merrie veulen droeg.

Toen kwam een der mannen terug, hij boog zich over het stervend ros, drukte het een priem in de hersens en met een paar hikjes en schokjes strekte de blanke merrie zich dood, dadelijk geworden tot een blinkend vormloos hoopje vuil in de groote zonnige arena.

Het oogenblik daarna hoorde zij de merrie en het veulen, dat reeds groot werd, als van blijdschap hinneken. Hij streelde hen zeker, of gaf hun een lekkernijtje. Hij kwam weldra weer buiten en sloot achter zich de onderdeur. Dadelijk kwamen de merrie en het veulen hun hoofd uitsteken en keken hem na. Hij had ze blijkbaar even losgebonden.

Toen zijn medereuzen hoorden hoe onnadenkend hij was geweest, scholden zij hem erg uit; maar zij overlegden samen hoe het beste te maken van den leelijken toestand. Daar zij geen menschelijk hart konden vinden dat groot genoeg was om het in de borst van dit monster te steken, namen zij dat van een merrie, dat echter van vrees sidderde en beefde. De dag van het tweegevecht kwam.

Vader is naar den schapenkoopman gegaan, om hem op te dragen, den eigenaar van de merrie met vaders geneigdheid tot den ruil in kennis te stellen. Volgenderwijs kwam grootvader te sterven, zijnde eenenzeventig jaar en ruim twee weken oud. Grootvader keerde terug van den barbier.

De oude merrie hinnikte eventjes, als een bezorgde goede moeder, en lachend verliet Rozeke den paardenstal en kwam door een tweede deur in de schuur. Daar was het stil en schemerig in 't hooge ruim onder de ribbehouten en de pannen die fijne streepjes licht doorlieten, stil als onder de hooge, stille bogen en gewelven van een kerk.

Smul, die in den stal daarnaast boer Kneuvels paard aan het verzorgen was, werd er eindelijk bij geraadpleegd om ook zijn advies te geven. "Of da ze veulen in hêt!" riep hij op zijn gewone ruwe manier, onbeschroomd, met een bruusken ruk in de krib der merrie binnendringend; "'k zal ulder da sebiet goan zeggen!"

Maar de ruin liep zoo traag en de merrie zoo vlug en Standje wilde wel graag een beetje levendig rijden met Leontientje. Eindelijk werd de fransche trein aangekondigd.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek