Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


"Ze is in het gevaarlijkste tijdvak voor eene merrie," zei de oude man, over zijn eigen geestigheid lachende, "daar ze eerst in haar vijftiende jaar is."

"Moar ze zillen toch wel in huis komen euk!" voegde zij er angstig bij. "'t Es zeker te wille van de mirrie," meende 't Geluw Meuleken. "'K peist 't euk," zei Rozeke. En zij herinnerde zich inderdaad dat er de laatste dagen weer kwestie was geweest van die weddenschap tusschen Smul en Dons aangaande 't veulen van de merrie.

Smul reed niet meer met de merrie naar den akker, het veulentje kwam niet meer buiten, Vaprijsken dorschte niet meer in de schuur, het Geluw Meuleken liet haar glinsterende emmers niet meer rinkelen. En iederen morgen en avond luidde op den verren kerktoren een doodspoos....

Hij deed haar den teugel aan, steeg op en toen hij thuiskwam, gaf de oude vrouw hem voedsel, bracht de merrie naar den stal en sloeg haar met den pook, terwijl zij zei: "Waarom heb je je niet in een vos veranderd, jij ongehoorzaam schepsel?" De merrie verzette zich echter en zei: "Ik heb mij in een vos veranderd; maar de vossen zijn zijn vrienden, daarom verraadden zij mij!"

En in stille verrukking keek hij naar het lange, fijne hoofd met glinsterend-witte bles over den neus en kort-kroezende, rosachtige manen; en uit de verte, in den stal, hoorde hij de merrie jaloersch hinniken. Het veulentje hinnikte tegen, werd ongeduldig, draaide zijn staart naar 't raam, wilde bij de moeder terug.

Bij zijn aankomst was zij bezig een maaltijd te bereiden. Nadat zij voedsel voor hem had neergezet, bracht zij de merrie naar den stal en sloeg haar met een pook. "Heb ik je niet gezegd naar de wolven te gaan, jij ellendig schepsel?" schold zij. Maar weer verzette de merrie zich en zei: "Ik ging naar de wolven, maar ook zij zijn zijn vrienden en zij hebben mij verraden!"

Eer iemand een er van kan krijgen, moet hij de oude vrouw drie dagen dienen. Zij heeft een merrie en een veulen, en wie haar knecht is, moet ze drie dagen en drie nachten verzorgen; indien hij erin slaagt ze te bewaken en ze aan de oude vrouw terug te brengen, mag hij een paard uit den stal kiezen.

De zware bruine merrie lag er kalm uitgestrekt, als een moegesjouwd mensch die van zijn zondagsrust geniet; en Rozeke bewonderde haar schoone groote oogen, groen-glanzend in de halve duisternis, terwijl het beest vreedzaam 't hoofd tot haar omkeerde.

De kamerdeur dicht. Het woedende beest probeerde met zijn bek de deurknop om te draaien, maar ik leunde met alle macht tegen de deur, terwijl de merrie in de gang zóó verschrikkelijk stampte, alsof het onweerde. "Lou," brulde ik... "help mee aan de deur! Ik val om van moeheid!" Geen antwoord. "Lou, Lou!"... "Wat mot je toch?" ... "Waar is 't paard?" "Wat paard?" ... "De biefstuk"...

Andere leden van den stam woonden in Britsch Indië en zouden met hun gezinnen naar de bergen trekken bij het toenemen van de zomerhitte. De deputy-commissioner riep de hoofden van den stam bij elkander en deelde hun mede, dat als ze niet zorgden voor de teruggave van de merrie, hij tegen zijn zin genoodzaakt zou zijn, bevelen te geven, dat ze niet met hun gezinnen in de bergen mochten trekken.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek