United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen de deur openging, had zij terstond gezien, dat Van Reelant met akelig verwrongen trekken, badende in bloed, op den vloer bij de deur lag. Tegelijk ontdekte ze mevrouw De Huibert, meneers schoonzuster, die achterovergevallen met het hoofd tegen een stoel leunde. Over haar rechteroog en hare rechterwang had eene dunne bloedstraal zich een weg gebaand tot in haar hals.

Daarbij kwam nog dat zijn vrouw en hij elkaar dien dag maar liefst uit den weg liepen, want in de prikkeling van de algemeene zenuwachtigheid was hun omgang al 's morgens op de slaapkamer hoogst onvriendelijk geweest; aan 't ontbijt was het zelfs tot hooge woorden gekomen.... En het was meneers gewoonte na zoo'n ruzie een paar dagen lang een houding van zwijgenden martelaar aan te nemen althans tegenover zijn vrouw en andere huisgenooten; voor vreemden bleef hij altijd dezelfde; één en al kunstig voorgedragen jovialiteit , hetgeen dan door de maar half bedwongen ergernis, die 't mevrouw gaf, de spanning nog vergrootte....

Bommers had inwendig het land en behandelde de jongelui zoo stuursch mogelijk, maar zij bleven van hun kant uiterst beleefd en fatsoenlijk, informeerden altijd naar den staat vanmeneers gezondheid”, prezen zijn goede waar en kochten elken dag

Maar nu helpt zij hem een handje, snijdt hem in één haal den kop af we hoorden dien vallen en trekt dan den kerel naar binnen. »Kom maar," riep ze daarna met een gedempte mannenstem. Nummer twee kwam, doch werd net ontvangen als nummer een. En dat welkom werd het deel van alle zeven. Toen meneer en mevrouw thuis kwamen, kon de meid hun toonen, hoe wakker ze meneers bezittingen verdedigd had.

Anna sluipt snel te voorschijn. Driftig komt Van Reelant naar boven stormen. In het flauwe, roodachtige licht der hanglantaarn staat de huishoudster raadselachtig met den vinger op de lippen. »Wat is er?" »Uw schoonzuster is binnen!" »Mijn schoonzuster...." »Ja wel! Ze is met meneers sleutel binnengekomen. Ik moet maar net doen, of ik haar niet zie!"

Broek, vest, steek, degen, alles lag gereed voor den eersten, den besten gelukkige, die bij eene toekomende »crisis", zijn toevlucht tot Van Pommeren, fils, zou believen te nemen. De smaakvolle ~marchand-tailleur~ dacht een oogenblik aan zijn gedistingeerden »locataire", den heer Van Reelant, en hoe goed die rok voor meneers »taille" zou passen.

De koning der kleermakers had steeds den hoogsten lof voor zijn allerfatsoenlijksten »locataire"; hij had niet het minste recht zich te ergeren aan de bezoeken van meneers »schoonzuster", al kwam die altijd wat laat. De heer Van Reelant was een voorbeeldig man, hij mocht zich met diens familiegeheimen niet bemoeien.

Door niemand gezien stond de eigenaar van dezen naam achter een gordijn te gluren, hoe »de dame" van meneers familie er mocht uitzien. Toen Suze deftig uit den coupé stapte, terwijl Van Reelant buigend met hare parasol in de hand zich haastte de deur te openen, glimlachte Van Pommeren geheimzinnig, en mompelde hij: »Een vreemde .... niet kwaad .... kranig, heel kranig!"