United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


En als de uilen, die ook trouw waren meêgegaan, in de groote beukenboomen voor de studeerkamer van den rector zaten, kromp hij ook ineen bij hun woeste kreten en hief zijn oogen op van Tacitus, 't was dezelfde interessante, maar duistere plaats.

Trouwens het geluk diende ook mij, want, tijdens een haastig middagmaal mij even op het bovenportaal van het Hotel bevindend, zag ik hoe juist iemand door mej. Tuin, de dochter van den hotelhouder, die den geredde verpleegde, tot hem werd toegelaten. En ik zou geen goed journalist zijn geweest als ik toen niet was meegegaan.

Nedergevlijd tegen hem aan, het hoofd in zijn schoot geleund, had Mona de tonen ingedronken: zij had ze voelen neer druppelen, eerst als heete tranen, toen als stillende laving; zachtkens was zij meegegaan, was hare ziel gewiegd op den stroom der rhythmische klanken; de harmonie had harmonie gebaard en met machtige hand de golven gestild, die bruisten in haar gemoed.

Wij hadden hem niet enkel om zijn vlijt, maar ook om zijn goed humeur gemist en vonden zijn misdaad niet grooter dan die van zoo menig man, die er met de vrouw van een ander van door was gegaan; ja, eigenlijk was er minder misdreven, daar in dit geval de geheele familie der vrouw en haar man en kinderen meegegaan waren.

Hoe gaarne waren wij, verslaggevers, meegegaan op die tocht, maar wij mochten ons niet blootstellen aan de kans, op het gewichtigste oogenblik van alle communicatie met den wal en dus ook met onze redacties te zijn afgesneden.

Want er is in de Lutte een vanouds bekend hotel, Het Zwaantje, dat merkwaardig goed met zijn tijd is meegegaan, ja, thans in hotel-opzicht zelfs zijn tijd vooruit is. Uiterlijk en innerlijk voldoet het aan zeer hooge eischen.

Doch vader was zeer zuinig moest het wel zijn en kocht ten einde raad en over de kosten nog morrend, zijn zoon een afgedragen kleed, dat hem niet paste en onderweg Hendrik was meêgegaan en had het ding moeten aantrekken de voorbijgangers spottend deed stilstaan. Hendrik was zestien jaar, misschien wat ijdel, maar vooral teergevoelig. De tocht in den te langen jas was dus een lijdensweg.

Dan de politiecommissaris, met een officieel costuum, dat groen lijkt, versierd met galon, en de directeuren van al de kleine diensten, de schatkist, de post, de domeinen enz. en de leden der plaatselijke raden. De uitnemende pater Veaux was met mij meegegaan.

Hij ging met groote stappen naar het paleis, zonder verder met mij te spreken en naar het scheen zeer slecht gestemd door mijn Indische fabel. Ik ging naar het vertrek, waar de twee secretarissen-copiïsten werkten, want zij waren ook meegegaan op reis. "Wat is er, mijnheer de Santillano?" vroegen zij, toen ze mij zagen, "u ziet er zoo bedrukt uit! Is er iets onaangenaams voorgevallen?"

Vertoond had hij zich niet aan hen, en hun ook niets gedaan, daar de wraak-oefening mij toekwam. Toen hij afscheid van mij genomen had, steeg ik te paard en reed weg. Het overige weet gij al, of gij kunt het ten minste wel raden." "Neen, wij weten het nog niet, en wij kunnen er niet naar raden ook. Vertel maar verder, asjeblieft; vertel maar verder! Waarom is Winnetou niet met u meegegaan?"