Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
De schrille stem van een Cockney steeg, en beheerschte een oogenblik alles: "Jeisis Christus, eers' veertien daoge in de hel, en nou wil-ie dawwe die drijvende hel weer nao see seile!" De kapitein had geen macht meer over hen, maar de aanwezigheid van McCoy scheen hun een zacht verwijt, en kalmeerde hen.
Het mopperen en vloeken stierf weg, totdat, behalve hier en daar een gezicht dat vol angstige spanning naar den kapitein gericht was, de geheele bemanning verlangend stond te kijken naar de groen-begroeide toppen en de overhangende rotsen van Pitcairn. Zacht als een lentewind was de stem van McCoy; "Kaptein, ik meende dat ik er een paar hoorde zeggen dat ze honger hadden."
En het is juist deze strooming die dien naam mee op zijn geweten heeft." "Ik heb 's gepraat met een varensgezel in Sydney", zei mijnheer Konig. "Hij had lang gehandeld in de Paoemoetoe's. Hij vertelde me dat verzekering daar achttien procent was. Is dat zoo?" McCoy glimlachte en knikte. "Als ze nog verzekeren", vulde hij aan. "De reeders schrijven ieder jaar twintig procent op hun schoeners af."
De oude man wendde zijn bruine oogen, zacht als die van een vrouw, naar het land, en kapitein en stuurman volgden zijn blik, van de eenzame rots Pitcairn naar de bemanning die in een troep bijeen stond op het voorschip en vol spanning wachtte op een beslissing. McCoy haastte zich niet.
"Het is heel ongewoon, deze storm", zei McCoy tegen den kapitein, in de beschutting van de kajuit. "Eigenlijk zou er geen storm moeten zijn in dezen tijd van het jaar. Maar alles is ongewoon geweest met het weer. De passaatwinden hebben niet meer geblazen, en nu loeit het juist uit den passaathoek." Hij wees met zijn hand de duisternis in, alsof zijn oogen honderden mijlen ver konden zien.
Hun gezichten waren strak en zonder uitdrukking; vóór alles schenen ze ontstemd door deze muiterij van de bemanning. Kapitein Davenport keek zijn eersten officier vragend aan, maar die haalde slechts zijn schouders op ten teeken van zijn hulpeloosheid. "U ziet", zei de gezagvoerder tegen McCoy, "je kunt matrozen niet dwingen het veilige land te verlaten en naar zee te gaan op een brandend schip.
Het scheen den kapitein bijna toe dat het oogenblik van zaligheid al gekomen was, zoo overtuigend sprak McCoy. Meer dan twee weken had kapitein Davenport geleefd onder de vreeselijke spanning gezagvoerder van een brandend schip te zijn, en hij begon te voelen dat hij genoeg had gehad. Een windvlaag, heviger dan de vorigen, sloeg tegen zijn nek en floot langs zijn ooren.
"Kapitein Moyendale heeft me er van verteld toen hij er zijn schip verloren had. En ik lachte hem achter zijn rug uit. God zal 't me vergeven, ik lachte hem uit!... Wat voor ondiepte is dat?" brak hij plotseling af. "Ik weet het niet, kaptein", antwoordde McCoy "Waarom weet je 't niet?" "Omdat ik het ding nooit eerder gezien heb en omdat ik er nooit van heb gehoord.
Vanaf het dek was het land niet te zien, en McCoy ging het want in, terwijl de kapitein van de gelegenheid gebruik maakte om een beetje van de bitterheid uit zijn hart weg te vloeken. Maar het vloeken werd plotseling beëindigd door een donkere streep op het water die hij snel zag naderen uit het noordoosten.
De Pyreneeën zeilde de tien mijlen, ze zeilde tien mijlen verder, en de uitkijken in de drie masten zagen niets dan de naakte, zon-overspoelde zee. "Maar het land is er, zeg ik je," schreeuwde kapitein Davenport hun toe vanaf de kampanje. McCoy glimlachte kalmeerend, maar de kapitein keek rond als een krankzinnige, greep zijn sextant, en deed een chronometer-waarneming.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek