United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vaak maakte zij een lichte beweging met het hoofd of zij schrikte, of tikte met de vingers op tafel, als speelde zij piano. Maar ook vaak liet zij zich met een zucht in haren stoel terugvallen en eene doffe matheid verving dan aanstonds die nerveuze koorts in hare gebaren en blikken.

Hij stond voor haar, eer zij zich herwinnen kon en daar zij wat beefde, rees zij niet op en reikte zij, zittende, hem hare hand, met eene onzichtbare trilling der vingeren. Ik ben uit de stad geweest, begon hij. Dat hoorde ik ... Heeft u het goed gemaakt, al dien tijd? Dank u, heel goed. Hij vond haar wat bleek, met een zweem van lichtblauw onder hare oogen en eene matheid in hare bewegingen.

Hare jeugd, haar sterk gestel weerstonden zegevierend de heftige aanvallen der koorts en de vlagen van wilde geestverbijstering, welke nu werden vervangen door doffe matheid en uitputting; maar het bewustzijn, de kalmte keerden terug, een aanvang van herstel gaf den goeden Verburg zulk eene onuitsprekelijke blijdschap, dat zijne dochter zelve er de terugwerking van onderging en zich mede verblijdde over het weerkeeren tot het leven, dat haar nauwelijks meer aanlachte sinds zij reeds gemeend had met allen strijd en allen last te hebben afgerekend.

Ik ben zelf wel 's winters in de bosschen verdwaald geraakt en heb die heerlijke matheid ondervonden die de koude geeft, mij zacht voelen sluiten in de armen der sneeuw, die zoo rustig wenkten toen het ging schemeren en de stilte over het woud lag en menschelijke spieren niet meer konden. Dat is een zachte dood als de tijd daar is.

Zij herinnerde zich hoe moê van haar slingeren en reizen zij den vorigen zomer in Den Haag was gekomen, ten huize der oude mevrouw Van Raat. Zij vergeleek haar matheid van die dagen met de uitputting, welke haar nu, als het ware, uitmergelde en zij gevoelde zelfs geen kracht om er over te weenen. Ter wille van haar genegenheid voor St.

En in de momenteele marteling zijner physieke smart, stortte zijn trots, die het noodlot zoû tarten, in elkaâr als een verbrokkelde toren, zonk zijne verbeelding uitgeput neêr, vergat hij zijne wanhoop over de toekomst; machteloos en klam van zweet bleef hij roerloos liggen, zijne oogen wijd open, zijn mond open en de twijfeling zijner matheid bescheen als met een zachter licht al zijne verdichtselen: onzinnigheden, die nooit naar waarschijnlijkheid zouden zweemen.

En ze schikte alles en ze zag alles na, haar waaier, heur handschoenen, haar zakdoek, heur lichtblauwe, satijnen schoentjes.... Een blos van zenuwachtigheid tintte de matheid van haar melkwit teint, terwijl zij zich in den grooten spiegel bezag en glimlachte, tot er een kuiltje zich groef in elke wang. Het zou wel gaan, dacht ze.

Een matheid verlamde zijn ledematen; het scheen hem of er lauw water door zijn aderen vloeide in plaats van bloed; een mist scheen somwijlen over zijn hersenen te hangen, zoodat hij niet denken of zich iets herinneren kon.

Zware hoofdpijnen, ontsteking van het tandvleesch en een bijna onafgebroken gewaarwording van matheid en algemeene verzwakking openbaarden zich.

Jonkvrouw Elvire had ook donkere haren en oogen, maar zoo zacht en zoo open van uitdrukking. Haar teint was bleek als dat van meneer Gaëtan, maar van een donzig-fluweelen matheid, een matheid om heel zacht te aaien en te streelen, iets als een wasem, dien men nauwelijks durft aan te raken.