United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mogelijk is ook dit werk van BOENDALE'S hand, al zal eerst voortgezet onderzoek deze mogelijkheid tot zekerheid of hooge waarschijnlijkheid kunnen brengen . Den invloed van MAERLANT'S Martijns dien wij in BOENDALE'S Teesteye opmerkten, zien wij eveneens in Eene disputacie van Rogiere ende van Janne, door den Yperschen chirurgijn JAN DE WEERT gedicht, nadat hij den Spiegel van Zonden had voltooid.

De vrucht van die overspelige liefde is ARTUR, die koning van Logres wordt maar jaren lang strijd moet voeren tegen de weerbarstige baronnen in zijn land. Daarmede eindigt MAERLANT'S bewerking, die later door LODEWIJK VAN VELTHEM zal worden voortgezet . Noch in de Historie van den Grale, noch in Merlijns boeck vind ik plaatsen die ons de persoonlijkheid van den vertaler doen kennen.

In 1326 voltooide Lodewijk van Velthem "het boek van Koning Artur", dat zich bij Maerlant's "Merlijn" aansluit en de vertaling is van een Fransch "Livre du Roi Artus." Van den roman van Torec, die opgenomen werd in de Lancelot-compilatie, is tot nu toe geen Fransch origineel gevonden, dus is deze waarschijnlijk als eene oorspronkelijke schepping van Maerlant te beschouwen.

Dat onze voorouders bij het woord menestreel in de eerste plaats dachten aan een muzikant, een "speelman" zooals zij zeiden, blijkt ook uit eene plaats in MAERLANT'S Alexander. Een paar verzen der Alexandreïs waarin over mimi gesproken wordt, geeft hij aldus weer: Die menestrele quamer mede Vor dien coninc in die stede Ende loofdene met haren sanghe.

Zooals Hij lief heeft, wie Hem wederliefde bewijst, zoo moet ook ik mijne liefde schenken aan haar die mij lief heeft. In den Verkeerden Martijn hebben wij een aardig voortbrengsel van middeleeuwsche ironie. Met talent zijn hier MAERLANT'S redeneeringen uit den Eersten Martijn omgekeerd en tegen de zijne overgesteld.

Hoe zullen in latere dagen Hervorming en Tegenhervorming, en ook de geschiedenis van onzen tijd, deze profetieën op ongedachte wijze vervullen! Dat heeft BOENDALE niet kunnen voorzien, doch de fakkel der waarheid, hem door MAERLANT'S hand toegereikt, heeft hij op zijne beurt overgegeven aan wie na hem kwamen.

MAERLANT'S ergernis zal vermoedelijk vooral hebben gegolden, dat men een vorst als KAREL DEN GROOTE in zulk gezelschap bracht. Maar ook GEERNOUT met zijn beer kunnen hem niet behaagd hebben.

Toen JAN DE WEERT dit werk schreef, stond MAERLANT'S beeld hem voor oogen; MAERLANT'S naam wordt door hem dan ook meer dan eens genoemd, de Martijns vermeld en de trant dier werken nagevolgd.

Indien men bedenkt dat MAERLANT'S opmerking over de vermenging van verschillende historische KARELS eerst door de hedendaagsche wetenschap opnieuw is gemaakt en met evenveel geleerdheid als scherpzinnigheid gestaafd, dan moet men dezen middeleeuwschen "clerc" bewonderen om zijn helder verstand en zijn scherpen blik. Maar de aesthetische waarde van zijn werk rijst daardoor niet.

Vgl. b.v. no. 15, 39, 44, 48, 51, 86, 114, 117 van den Rinclus met de overeenkomstige coupletten van het oorspronkelijke. De varianten van 29 door VAN HAMEL medegedeelde hss. zijn hier zonder beteekenis. Vgl. Reeds JONCKBLOET had deze overeenkomst opgemerkt. Vgl. zijne Gesch. der Ned. Lett., I, 434. Meer punten van overeenkomst zijn aangewezen in FRANCK en VERDAM'S uitgave van MAERLANT'S Stroph.