Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Het eerste, waar hij zijn geld voor gebruiken zou, was een nieuw huisje op de hei van Sunnerbo te bouwen voor Asa, het ganzenhoedstertje en kleine Mads. Veel grooter en mooier dan het oude natuurlijk. En dan zou hij 't heele Takermeer koopen, en dat aan de eenden geven. En dan zou hij... "Nu moet ik zeggen, dat je flink hebt gewerkt," zei de raaf. "Ik geloof, dat het gat al groot genoeg is."
Hij keek om, om te zien wat het voor kinderen waren, maar hij had ze nog geen seconde aangezien, voor hij ze tegemoet vloog, en riep: "Kijk eens hier! Dag Asa, dag Mads!" Want toen de jongen die kinderen zag, vergat hij heelemaal, waar hij was. De kraaien, de brandende hut, de sprekende dieren verdwenen uit zijn herinnering.
Alles wat die wilden, dat hij doen zou, spelen of werken, had hij altijd vervelend gevonden. Daarom was er nu niemand, die hij miste of naar wien hij verlangde. De eenige, met wie hij het wel had kunnen vinden was Asa, het ganzenhoedstertje en kleine Mads, een paar kinderen, die net als hij, ganzen hoedden. Maar echt van hen houden deed hij ook niet. Neen, heelemaal niet.
En Asa, het ganzenhoedstertje, ging weer naar den oever van 't meer terug. Daar ging ze zoeken in haar zak, en haalde er eindelijk een klein klompje uit, dat ze op een steen zette, waar het goed in 't oog viel. Daarna ging ze naar den kleinen Mads terug, zonder ook maar één keer om te kijken.
"Ja Mads, dat is het," antwoordde Asa, "maar we kunnen nog aan land komen. Loop maar flink door." De wind en de golven hadden nog heel wat te doen, om het ijs uit het meer te krijgen. Het moeilijkste was wel achter den rug, toen het ijsdek in stukken gebroken was. Maar al die stukken moesten op nieuw verdeeld worden, en tegen elkaar gegooid om gebroken, verbrijzeld en gesmolten te worden.
Hoe meer ze aan haar broer dacht, hoe beter ze begreep, hoe moeilijk het voor haar zou zijn zonder hem te leven, en eindelijk legde zij het hoofd op de tafel, en schreide bitter. "Wat zal ik beginnen, nu ik kleinen Mads niet meer heb," snikte zij. 't Was al laat in den nacht, en Asa had een vermoeienden dag gehad, zoodat het geen wonder was, dat ze in slaap viel, zoodra ze haar hoofd neerlegde.
En 't was ook geen wonder, dat ze droomde, van dat, waar ze juist over had zitten denken. Ze droomde, dat kleine Mads springlevend bij haar in de kamer kwam. "Nu, Asa, nu moet je Vader gaan zoeken," zei hij. "Hoe kan ik dat doen, als ik heelemaal niet weet waar hij is," antwoordde ze. "Wees daar maar niet ongerust over!" zei kleine Mads vlug en vroolijk, zooals gewoonlijk.
Die kinderen hadden hem vreeselijk met hun Smaland geplaagd. Maar eigenlijk was het niet mooi om te zeggen, dat Asa, het ganzenhoedstertje, hem had geplaagd. Zij was daar veel te verstandig voor. Maar wie hem plagerige antwoorden kon geven, dat was Mads, haar broertje.
Hij liep op een stoppelveld in 't westen van Vemmenhög, en hoedde de ganzen, en op het veld naast hem liepen die kinders uit Smaland met hùn ganzen. En zoodra hij ze zag, sprong hij op het steenen walletje, en riep. "Dag Asa, dag Mads!"
Maar ze was nog zóó vol van wat ze gedroomd had, dat ze niet uit elkaar kon houden, wat werkelijkheid en wat verbeelding was, en toen ze opstond om de deur open te doen, dacht ze: "Dat is zeker iemand, die Mads beloofd heeft me te sturen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek