Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


"Kijk toch, mijnheer Méré, hij houdt nog eene kluit aarde in de vuist geknepen!" deed Thomas Staal, die het beste hielp, om dat groote zwarte lichaam te wrijven, opmerken. En hij wreef goed, die brave mijnwerker van Lancashire.

En nu hij gedwongen was, van het denkbeeld om Alice de zijne te noemen af te zien, gevoelde hij plotseling hoe dierbaar zij hem in die drie maanden geworden was. Het was inderdaad nog slechts drie maanden geleden, dat Cyprianus Méré in Grikwaland was gekomen en het jonge meisje had leeren kennen. Wat was dat al lang geleden en wat was dat al ver verwijderd!

Derwaarts begaf zich weldra ook Madame Mère; aanvankelijk had deze Maria Louise vergezeld naar Blois en was van hier met haar broeder, den kardinaal naar Rome vertrokken.

"Het is hoogstens een verzoek!.... Och, mijnheer Méré," hernam zij ernstig, als om den luchtigen toon harer woorden te doen vergeten, "als gij wist hoe ongelukkig ik mij gevoelde bij het bewustzijn van al de vermoeienissen, van al de gevaren, die gij ondergaan, die gij geloopen hebt.

Tijdens het mooie seizoen komen schilders uit de vele ateliers in de nabijheid van den Luxembourg, schrijvers van onuitgegeven boeken en journalisten van obscure blaadjes gezamenlijk dineeren bij la Mère Cadet, die bekend is voor haar konijnenragouts, haar echte zuurkool en een wit wijntje, dat naar vuursteen smaakt.

"Maar gij kunt toch zoo niet heengaan, zonder iets gegeten te hebben, mijnheer Méré!.... Een pas van ziekte herstellende.... na eene zoo moeielijke reis!.... Denk er toch aan, het is reeds elf uur in den avond!"

"Daarin vergist gij u, mijnheer Méré," antwoordde miss Watkins op ietwat verwijtenden toon. "Ik heb integendeel hard gestudeerd en ik heb mij zelfs veroorloofd eenige proeven in uw laboratorium te nemen. O! wees gerust, ik heb niets gebroken en ik heb alles weer op zijne plaats gezet.

Maar een ander en meer nieuw schouwspel wachtte Cyprianus Méré bij de Kopjes-mijn, namelijk op het terrein der diamantdelving zelf. Bij den aanvang der werkzaamheden vormde de mijn een kleinen platkoppigen heuvel, die de vlakte, welke overal elders zoo gelijk als de oppervlakte der zee was, op deze plek als met een bult opschikte.

Hunne rijzige schaduwen vertoonden zich bevallig, maar scherp geteekend tegen de wit houten omrastering, die zich in dat kale landschap verhief. Nu Cyprianus het jonge meisje ingehaald had, scheen hij over zijne eigene daad verwonderd en zweeg thans besluiteloos. "Hebt gij mij iets te zeggen, mijnheer Méré?" vroeg zij belangstellend.

"Mijn ivoren maasbal!.... Ja, waarlijk, mijn ivoren maasbal!.... Die bal is nogal van omvang; gij kent hem wel, mijnheer Méré, ik ontving hem rechtstreeks van het billard van New-Rush!.... Welnu die slokop van een Dada heeft hem ingeslikt, alsof het een pil ware!.... Waarlijk, dat boosaardige dier zal mij vroeg of laat den dood nog aandoen."

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek