Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
"En als jij hem krijgt, kan ik jou niet zien, en ik moet je altijd zien, Flokje, anders kan ik het op de wereld niet uithouden," riep de andere reus. "Weet je wat, jongens," riep Paul, "geef mij den mantel, dan kun je elkaar altijd zien, en je behoeft dan ook geene ruzie meer te maken." Hé, ja, dat kon mooi, meenden de domme reuzen, en met een verlicht hart gaven ze Paul den mantel.
Ze ontdekt het bij onze thuiskomst, als ze de deur ontsluit. Juf verlangde een schadevergoeding uit Ab's spaarpot. We meenden zulks niet te moeten toestaan. Het verlies van de blouse, was het gevolg van haar eigen onverantwoordelijk handelen. De jongen was haar in onze afwezigheid speciaal toevertrouwd. Ze wist heel goed op welke wijze ze Ab tot rede had kunnen brengen.
Zijn de Kerels overwinnaars, Burchard zal voor hem en zijne ridders terechtstaan en zich volgens hun vonnis gedragen. Gij ziet wel, mijn goede neef, dat alles nog zoo erg niet is als wij meenden." Robrecht schudde zwijgend het hoofd, ofschoon hij innerlijk niet ontkende dat zijn oom gelijk had, ten minste wanneer hij aanried zich tot verdediging tegen de Isegrims te bereiden.
De tachtigers hebben over het algemeen, uit een heel begrijpelijk streven om niet banaal te zijn, wat ook een zeer artistiek streven is, het gezocht in een uitdrukkingswijze die zij meenden dat van hen alleen was. Maar met dat verschil in uitdrukkingswijze is heelemaal niet bewezen, dat wat zij uit te drukken hadden sterk individueel was.
U had ons toen op die teekening gewezen, waaruit we ons duidelijk konden voorstellen hoe dat toegegaan was; daarom wilden wij meisjes, ik vooral, die nog eens goed bekijken eer wij weggingen, toen u de catechiseerkamer verlaten had; maar wij konden er niet bij, zij hing te hoog. Wij meenden op uw leuningstoel te klimmen, doch eer het daar aan toe kwam, vlogen de jongens binnen.
Zijn voorhoofd was in toornige rimpels samengetrokken onder de pelsmuts. De kerkgangers rilden en meenden, dat ze den Booze zelf gezien hadden. Zelfs vandaag op 't zomerfeest konden zij 't booze en de koude niet vergeten. Bitter is 't lot van hen, die hier op aarde zijn.
De Hollanders meenden, dat zij volstaan konden met de Salzburgers zoo goed mogelijk in hun huishouden te zetten en gaven nog eenige voorschotten in den eersten tijd. Voor de verzwakte lieden evenwel was het verschil in stand en arbeid te groot. Gewoon, in goud- en zoutmijnen te werken, bij metaalsmelterijen te arbeiden, konden zij niet gewennen aan den arbeid op de zware klei.
Zij drongen zich opeen in de opening, en meenden het leger langs achter neer te hakken, maar dit gelukte hun niet, zij vonden overal een muur van speren en helmbijlen. Jan Borluut, de twee vleugels zijner schaar vooruitzwaaiende, deed zijn vijfduizend Gentenaren in een kring dringen, en sloot alzo het net, waarin hij bij de duizend Fransen had gevangen.
De Grieken, die ook meenden dat de aarde rond was en door een groote rivier, Oceanus genoemd, werd omgeven, beschreven haar als vloeiend met "een gelijkmatigen stroom", want zij keken doorgaans op kalme en zonnige zeeën. De luchtverschijnselen.
Niet een zonsverduistering, meenden zij, want het was volle maan. En daar geen van hen een antwoord had op de vraag die aller hart vervulde, daar geen van hen de duisternis op dat uur verklaren kon, verbonden zij haar in het diepst hunner ziel met den Nazarener. Hoe langer het natuurverschijnsel duurde, hoe angstiger zij werden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek