Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


"Wel Ludwig!" zeide de Graaf, terwijl hij in een eenvoudig huisgewaad het vertrek binnentrad, waarin de persoon, tot wien hij sprak, aan een tafel vol papieren gezeten was: "wat nieuws is er hedenmorgen?" "De huisvrouw van den Predikant Bysterus is hier geweest," antwoordde de Secretaris, "om Uwe Doorluchtigheid te bedanken voor de genoten ondersteuning. Ik had werk om haar weg te krijgen.

"En gehoord," zei Joan. Ludwig zweeg, zag somber voor zich heen, nam zijn slinkerhandschoen in de rechterhand en begon er op te knabbelen, totdat Joan hem glimlachende vroeg, wat de arme handschoen gedaan had, dat hij dien zoo slecht behandelde.

"Nu," viel de Gravin in: "het spijt mij, dat mijn page aanleiding geeft tot misnoegen van onzen waardigen gastheer op mijn braven ridder; doch ik moet den goeden Ludwig in zijn eer herstellen. Hij kent zijn Spaansche afkomst niet en legt in al zijn gesprekken en handelingen afkeer voor onze vijanden en een innige gehechtheid aan onzen landaard aan den dag."

Ludwig trad dan ook een stap terug; doch zijn hand verliet de kruk der deur niet. "Wat gaat gij doen?" vroeg Eugenio. Ludwig zweeg. "Beken het veilig: gij gaat den Stadhouder opzoeken en alles aan hem verklappen." Ludwig sloeg de oogen neder, doch antwoordde niet.

Geloof mij, Ludwig! ik behartig, door zoo te spreken, alleen uw rust en welzijn; in beide stel ik belang, meer dan gij denken of vermoeden kunt.

"Dan zou ik," vervolgde Ludwig, zonder acht te geven op de woorden van den Pater, "mij niet te verwijten hebben, op een lage wijze het vertrouwen van den goeden, edelen Graaf misbruikt, zijn hand valschelijk nagemaakt, zijn eer vuig beklad en hem zelven met eigen handen aan de wraak eens driftigen broeders te hebben overgeleverd."

Dagelijks trokken nieuwe regimenten onder het zingen van vrijheidsliederen door Berlijn naar de grenzen. Enkele officieren van de garde gingen in hun overmoed zoo ver, dat zij hun sabel scherpten op de trappen van het gezantschapshotel. De koningin kon men telkens in de uniform van haar lijfregiment te paard bij de troepen zien; prins Ludwig zette openlijk tot den oorlog aan.

Zich wederom bij de tafel nederzettende en het voorhoofd met de hand ondersteunende, schoof hij zijn stoel vertrouwelijk naar des geheimschrijvers zetel toe en sprak hem aan in dezer voege: "Gij hebt gelijk, Ludwig! en ik zou om geen Konings schepter willen, dat gij ongelijk hadt, wanneer gij mij, door het openslaan van dit boekske, bewijzen wilt, dat ik meer hulp aan de Remonstranten betoond heb, dan ik beken.

"Wat jonker?" zeide Ludwig, zich tot haar keerende: "van welken jonker spreekt gij? en wat meent ge met uw bonten aap?" "De bonte aap ben jij!" hervatte de vrouw, de armen in de zijde zettende: "en dat is onze Jonker, de Jonker van Sonheuvel, versta je, moesjanker? kijk maar zoo zuur niet: we geven hier niets om je moffegezwets."

"Goed! rij dan weg; doch tracht u morgen te zeven uren weder hier ter plaatse te bevinden; dan zal er nog meer voor u te verdienen vallen. Voort hier vandaan." Hier keerde Ludwig zich om: de postiljon oogde hem verbaasd na en reed toen met vier losse paarden naar Reenen terug. Terwijl voerde men het rijtuig naar het dorp en bood Joan zijn rechterarm aan de Gravin om haar slotwaarts te leiden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek