Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
In allen gevalle is het wel opmerkelijk, dat de Latijnsche vertaling van ons gedicht verdeeld is in een aantal hoofdstukken, die vrij wel overeenkomen met de bovenvermelde, door mij afgedeelde, "lessen". Een voorbeeld van verdeeling in hoofdstukken in een Dietsch gedicht geeft ons o.a. de roman van Limborch.
Het laatste is door hem waarschijnlijk geschreven tusschen 1291-1318; het middelste misschien omstreeks 1300 terwijl hij de bewerking van den Limborch eenigen tijd liet rusten; de dagteekening van het eerste is onzeker.
"Maar niemand, welke partij hij ook zij toegedaan, zal den Raadpensionaris minachten, wiens mérite grooter is dan die van eenig man in de Republiek." "En dan die oorlog met Engeland?" vraagde Hondius. "Daar heeft toch zijne Edelheid de Raadpensionaris in trouwe geen schuld aan," antwoordde Limborch. "Geen politiek op ons buurtmaal, heeren!" maande een ander hoofdman, Lintelo van der Ehse aan.
Indien men ten minste, wat mij hoogst waarschijnlijk voorkomt, dezen naam moet vertalen met Vlaming en dat werk als eene, zij het ook zwakke, uiting beschouwen van het Vlaamsch nationaliteitsgevoel . Evenals de Limborch is ook de Flandrijs een gebrekkig samenstel van allerlei bestanddeelen, grootendeels ontleend aan vroegere ridderromans: Ferguut, Walewein, Moriaen, Torec, Historie van Troyen.
DE VRIES hield dit werk voor eene vertaling uit het Fransch en meende zelfs dat dit "nauwelijks aanwijzing behoefde." Alleen de vele hier voorkomende Fransche woorden schijnen grond te geven; inderdaad kunnen zij dat niet doen; in den Limborch, Flandrijs, Seghelijn, Leven van Sint Amand en menig ander, niet uit het Fransch vertaald werk van dezen tijd, komen eveneens vele Fransche woorden voor.
Meer dan eens vinden wij herinneringen aan de ridderromans; in het gedicht Van der Feesten worden er ettelijke genoemd; het Koningspel uit den roman van Limborch is verwerkt tot een afzonderlijk stuk; de "vijf heren" en "vijf vrouwen", wier "wenschen" ons worden medegedeeld in een paar stukken, die waarschijnlijk afkomstig zijn van een of anderen spreker, behooren thuis in Troje; de "vier heeren", die wij voor het vuur zien zitten in een ruime zaal en die zich met "wenschen" den tijd korten, zijn helden uit het Nibelungen-lied.
Vgl. ook nog II, 165-7. Epis., vs. 6676-7. Nat. Bl., bl. 169, vs. 4029-4030. Maerlant. Ridderpoëzie. Heyn van Aken. Hughe van Tabarien; Roman van de Roos; Roman van Limborch. Jan van Heelu. Slag bij Woeronc. Lodewijk van Velthem. Flandrijs. Vlaamsche Rijmkroniek. Brabantsche Yeesten. Melis Stoke.
De verhouding tusschen den gravenzoon ECHITES en de gewaande dienstmaagd MARGRIETE VAN LIMBORCH is geheel dezelfde als die tusschen den koningszoon FLORIS en BLANCEFLOER, de dochter der Spaansche edelvrouw, die kameniersdienst moet doen; ook de toorn der moeder over die verhouding, de list, aangewend om een eind te maken aan die liefde, de redding van het meisje door haren minnaar op het hachelijkst oogenblik, zijn in beide werken gelijk.
Dan nog blijft die grap kenschetsend. MARGRIETE VAN LIMBORCH vergelijkt den jongen graaf ECHITES bij een ouden hond, en dat nog wel terwijl zij van minne spreken. Wanneer ECHITES in een tournooi de overige ridders voor zich uitdrijft, wordt HEYN VAN AKEN warm; een beeld ontstaat uit dien gloed: ECHITES is gelijk den stroom, die turven stroomafwaarts voert .
Wy zijn dus volkomen gerechtigd tot de onderstelling, dat er buiten het Breviarium, of de Orde-statuten, of den Blaffert van eigendommen, nog wel eens een andere foliant of kwartijn door den Kommandeur van Gemert, of diens Ridders, zal zijn opengeslagen; dat een Bestiaris van Maerlant, of een Slag by Woeronc van Heelu er geen onbekende verschijnselen zullen zijn geweest; ja dat, al gedoogden de ernst van het verblijf en de eerwaardigheid der Krijgsmonniken niet altoos, als op de kasteelen der waereldlijke Edelen, open hof en blijde ontfangst voor een reizenden Minstreel of Sprookspreker Heynrycs Roman der Kinderen van Limborch behoeft er wel zoo min een onbekende gast te zijn geweest, als Dirc Potters sproken van Der Minnenloep.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek