Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Mejuffrouw Bourgoin, die in de eerste helft dezer eeuw eene der bevalligste tooneelspeelsters was aan de Comédie française, en die misschien nog enkele ouderen van dagen, als ik, zich herinneren zullen, in 1811, toen Napoleon Amsterdam bezocht, met Talma, Damas en Duchesnois op 't Leidsche plein te hebben zien spelen, had te Parijs haar hôtel naast dat van de Princes X. Nu gebeurt het, dat de kat der tooneelspeelster op roof uitgaat, in de kamer der Princes dringt en haar kanarievogel opsnoept.

Het was in den zomer van 18 , dat twee studenten aan de Leidsche Hoogeschool, beiden aan den Uitgever dezes bekend als jongelieden van een uitmuntende inborst en voortreffelijken aanleg, gezamenlijk hun voornemen bewerkstelligden, om de onderscheidene gewesten van Noord-Nederland door een onderzoek uit eigen oogen van nabij te leeren kennen.

Colevelt, Landmeter tot Leiden, of van eenen anderen wargeest, die sustineert en voorgeeft, dat het beter zou wezen, dat men de Haarlemmer en Leidsche meren water liet blijven, dan dat men haar tot goed land zou maken, hetgeen gansch en geheel is strijdende tegen mijne natuur en gevoelen.

Waarschijnlijk zouden ze wel gehoord hebben dat hij op het Leidsche Plein naar boven getrokken was, want er waren natuurlijk menschen geweest die hem hadden zien vliegen, al wist hij zich door den eersten schrik heelemaal niet te herinneren welken indruk zijn ontvoering op de voorbijgangers had gemaakt.

Zelfs Bilderdijks leerlingen en bewonderaars moesten naar deze groote geesten luisteren. De vier Leidsche studenten, in den aanvang van deze inleiding genoemd, dweepten met de helden der nieuwe letterkundige richting. Zij lazen zoo mogelijk ieder nieuw geschrift, dat in denzelfden geest viel en zij schaamden zich niet de producten uit den vreemde te importeeren.

Bij de brug, die van ’t Leidsche plein naar de Stadhouderskade voert, wordt hij aangeroepen door iemand, die met den hoed in den nek tegen een lantarenpaal leunt. „! Hola, koetsier!” „Phu-u-ut! Prrr!

Hij vond het erg aangenaam met zijn gepozeerdheid van jong elegant getrouwd man in zonnige middagen over den Dam, door de Kalverstraat, door de Reguliersbreêstraat te wandelen, terwijl zijn vrouw op hun villa, buiten was. Een anderen keer ging hij weêr eens over het Koningsplein, door de Leidsche straten, naar het Vondelspark.

"Om 't even," zeide Schaeck: "Berkheij moge een Geus zijn, 't is in allen gevalle een Leidsche jongen, en die andere is een vreemde trosknaap, dus, ik trek voor de Leidenaars partij." En meteen door de omstanders heendringende, sprong hij op de twistenden toe, en pakte den vreemden trosknaap bij den kraag. "Hei daar!" riep hij: "laat dien jongen los: je ziet immers, dat het je portuur niet is."

Want ik schrijf hier geen geschiedenis van 't beleg, maar vertel alleen deze en gene omstandigheid, sommige Leidsche jongens betreffende.

De trein uit Rotterdam nadert snuivend en sissend het station Leiden. Uit een waggon tweede klasse springt André de Witt, die zijn vrijen Zondag bij zijne familie komt doorbrengen. Getroost haast hij zich langs het vervelend wegje van Zomerzorg naar de oude poort, die toegang geeft tot het Leidsche Atheen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek