Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Geen mensch heeft mij genood, maar u vraag ik, schoone jonkvrouw, om een dak, het loon u God." De jonkvrouw lachte, want hoe kon zij den knaap dezen dienst bewijzen? Het stond niet aan haar, doch aan haar vader, 's konings kamerheer. De arme Ferguut wist nog niets van hoofsche manieren, en ze kreeg medelijden te meer, nu ze hem daar zoo zag staan, zonder vrienden, zonder hulpe.

Hij zou spoedig een eind daaraan maken. Hij zou hem terugnemen, aan het graven en spitten zetten, en dan eens zien: "of hij nog zoo grootsch zou loopen." Tot verbazing van den fabrikant en alle belanghebbenden zeide hij dus eensklaps, dat hij nu maar het loon van George verlangde en hem terug wilde nemen. "Maar, Mijnheer Harris," bracht de fabrikant hiertegen in: "is dat toch niet wat haastig?"

Hij is in een stemming om iemand een bloedig onrecht aan te doen en smart en pijn om zich heen te verspreiden. Zij zal haar verdiende loon hebben, zegt hij in zichzelf. Zij zal er niet gemakkelijk afkomen. De gravin houdt er immers van geschaakt te worden. Zij zal haar zin hebben. Hij heeft niets tegen een avontuur. Acht dagen lang heeft hij geleden ter wille van een vrouw. Dat is nu lang genoeg.

En alsof hij 't niet prettig vond, dat hij dat laatste gezegd had, ging hij haastig voort: "Want je moet weten, kind! dat het hier in 't land als een genade beschouwd wordt zich dood te werken voor een loon, dat je maar even in 't leven houdt en je lichaam zoowat bekleed.

Eerst viel de klink der deur achter den ondermeester, en daarna achter de werkvrouw dicht, welke laatste, behalve haar loon en boterham, nog het prijsje van juffrouw Elsje met zich nam, dat ze heden bijzonder vlug en bijzonder helder gewerkt had.

Ja, Effendi antwoordde de gevraagde. Wij kunnen ze terstond voorbrengen. Janik zal ook wel ingespannen hebben. Dan willen wij vertrekken. Rol mij tot voor de deur! Halt! riep Habulam. Wat zijt gij toch een opvliegend mensch, Effendi! Maak het kort, zeide ik driftig. Geef uw volk hun loon en laat ze gaan. Ik zou het wel doen, maar ik kan toch niet zonder goede bedienden!

Ontdekt ze, en honderdvoudige rente zullen uw loon zijn. Ge wilt u niet alleen in den vreemde vestigen? welaan, uws gelijken in aanleg, maar niet in vermogen, vloeijen over in het moederland, verstikken en kwijnen weg in de bedompte kantoorlucht; waarom zoudt gij hun aan uwe zijde het spoor niet ontsluiten?

Daar had grauwtje echter weinig zin in, en de dolk van den luitenant moest hem aansporen tot gehoorzaamheid. Na een half uur in flinken draf te hebben gereden, hield de luitenant stil en steeg af. Ziezoo, mijn vriend! gij wordt bedankt, zeide hij tegen den Arabier; ziedaar uw loon, en hij gaf hem een handvol geldstukken.

De Turken schenden en vertrappen ten allen tijde het geloof, de vrijheid, de eer en de have der kinderen van de Nemantchy, tot schande voor het geheele volk. Nu dan, de ure der wrake heeft geslagen! Luister, o mijn volk! vat de wapenen op, want het loon van den strijd is de vrijheid der gansche natie! Wij zullen het geloof, de rechten, de eer en de have van iedereen eerbiedigen.

Hun werkuren zijn van zonsopgang tot zonsondergang in den zomer en tot twee of drie uur na zonsondergang in den winter, en in den leertijd en lang daarna krijgen ze geen hooger loon dan een stuiver per dag.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek