Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Dat dominé Willems, die voor een welwillend hulpvaardig man bekend stond, die voor den kunstkenner bij uitnemendheid doorging in het stadje, dat deze hem zijn bijstand had geweigerd, hem alle aanspraak op talent had ontzegd, dat had hem niet slechts bitter teleurgesteld, maar in zijn zelfvertrouwen geschokt. Zoo was het dan maar inbeelding geweest, kunstenaar kon hij niet worden.

Dat is: Een man wiens misdaad bestondt, in iets van de Reizigers, tegen hunnen wil, te neemen. Ik. Maar heb ik u niet van schoolen hooren spreeken? O, geleid mij toch ook eens in deze uwe Leerplaatsen der jeugd en des ouderdoms. Geleider. Ik zal gaarne, zodra wij den Kunstkenner verlaaten; maar zie daar zijn wooning reeds.

Hoe zeer mij het voorkomen van dien Kunstkenner ook verwonderde, konde ik echter niet naalaaten eene gunstige vooringenoomenheid ten opzichte van zijne kennis voor hem te gevoelen, daar zijn leevendig en doordringend uitzicht mij de vlugheid van zijnen geest, ondanks zijne geheel eenvouwige kleeding, verraade.

En zorgen de openbaare wetten, daar niet voor, dat de eene burger, den ander niet zodanig onteeren kan? Ik. Voorzeeker, 'er zijn goede wetten tegen hoon dien men elkander aandoet; maar dan moet de hooner bekend zijn. De Kunstkenner. Wel, die is dan immers bekend; ja zelfs algemeen door den druk bekend? Ik. Wel neen, die Beoordeelaars maaken zig niet bekend. De Kunstkenner.

Hij zag Séraphine nu reeds met andere oogen dan die van een kunstkenner aan en nam de handen van het mooie meisje in de zijne. Het waren sublieme handen, als het ware gebeeldhouwd met den zuiversten beitel der Grieksche sculptuur.

Nu, dat is ook geheel iets anders, als in landen waar veel Koophandel gedreeven wordt; want daar moet ook veel credit gegeeven worden; daar zijn de meeste bezittingen denkbeeldig; immers een koopman moet ten minsten tweemaal zo veel credit dan vermoogen hebben; maar hebt ge dan hier geenerleije spellen? De Kunstkenner.

Ik. Maar zijn 'er thands geen geleerden, die de werken van andere schrijvers beoordeelen; het fraaije daarin aanwijzen, en het gebrekkige berispen? De Kunstkenner. Waartoe zou dit toch dienen? Ik. Wel, om den bekwaamen schrijveren aantemoedigen, en den onbekwaamen te leeren. De Kunstkenner.

Dit alles hebbe ik, gelijk ik gezegd hebbe, in een' schrijver van de XIXe. eeuw, die over 't verval der kunst schreef, met verwondering, geleezen. Ik. Is 't mooglijk, is de kunst zo zeer boven de navolging der natuur gesteegen? De Kunstkenner. ô Ja, en die ging in alle uitbeeldende kunsten over: zelfs de Tooneelspelkunstenaar hieldt het voor schande de eenvouwige natuur na te bootsen.

Ik nam, op deze waarschuuwing, terstond mijn afscheid, van den beleefden Kunstkenner, en ging weder met mijnen Geleider op weg.

Hier van zal die schrijver ook wel gewaagen. Bij ons is die kunst thands op een' trap van hoogte die haar met sterke afneeming dreigt. De Kunstkenner.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek