United States or Seychelles ? Vote for the TOP Country of the Week !


KROGSTAD. Daar zullen wij voorloopig niet meer over spreken. Het is iets anders. U heeft toch wel een oogenblikje tijd? NORA. O ja, zeker, 'k heb wel een oogenblikje, hoewel.... KROGSTAD. Alsjeblieft dan. Ik zat in het restaurant van Olsen en zag uw man voorbijgaan.... NORA. Ja?... KROGSTAD. ... met een dame. NORA. En wat zou dat?

Ga gauw! de dans is uit; wij zijn geen oogenblik langer veilig. KROGSTAD. Ik zal beneden op je wachten. MEVR. LINDE. Ja, dat 's goed. Dan kan je mij thuis brengen. KROGSTAD. Zoo onbegrijpelijk gelukkig ben ik nog nooit in mijn leven geweest. Wat een omkeer! Ja, wat een omkeer! Menschen om voor te werken ... om voor te leven; een thuis dat ik gezellig maken kan. Nu, ik zal ferm moeten aanpakken.

Ik ben het mevrouw. U? Wat beteekent dat? Waarover wou u mijn man spreken? KROGSTAD. Over bankzaken ... tot op zekere hoogte. Ik heb een klein postje bij de Hypotheekbank, en uw man wordt nu onze chef, naar ik hoor.... NORA. Het is dus over.... KROGSTAD. Over zaken, droge kantoorzaken, mevrouw; anders niets. NORA. Ja, wil u dan maar zoo goed zijn even in het kantoor te gaan.

KROGSTAD. Nou ... maar wat wou je zeggen? MEVR. LINDE. Krogstad, als wij twee schipbreukelingen nu eens tot elkaar konden komen? KROGSTAD. Wat zeg je?! MEVR. LINDE. Twee menschen samen op één wrak zijn er toch beter aan toe, dan ieder afzonderlijk op het zijne. KROGSTAD. Kristine! MEVR. LINDE. Waarvoor denk je dat ik in de stad gekomen ben?

Krogstad, geef mij iemand en iets om voor te werken. KROGSTAD. Dat kan ik niet gelooven. Dat is alleen maar de zelfverheerlijkende overspanning van een vrouw, die zich opofferen wil. MEVR. LINDE. Heb je ooit gemerkt dat ik overspannen was? KROGSTAD. Zou je dat waarlijk willen doen? Zeg eens eerlijk ... weet je alles van mijn verleden? MEVR. LINDE. Ja.

KROGSTAD. Mijn vermoeden was dus juist. O, een klein beetje invloed heeft iemand toch altijd nog wel, zou ik denken. Al ben ik dan maar een vrouw, daarom is het nog volstrekt niet gezegd dat.... Als men in een ondergeschikte positie verkeert, meneer Krogstad, mag men zich waarlijk wel wachten om iemand voor het hoofd te stooten, die ... hm.... KROGSTAD. ... die invloed heeft? NORA. Juist, ja.

Het kan daarom niet misplaatst zijn u daaraan nog eens te herinneren. Dus: ik beloofde u het geld te bezorgen tegen een schuldbekentenis, die ik u opmaakte. NORA. En die ik onderteekende. KROGSTAD. Juist. Maar onderaan voegde ik er eenige regels bij, waarin stond dat uw vader borg bleef voor de som. Deze regels moest uw vader onderteekenen. NORA. Moest?... Hij heeft ze immers onderteekend.

Een dochter zou het recht niet hebben haar armen doodzieken vader te bewaren voor angsten en zorgen? Zou een vrouw het recht niet hebben het leven van haar man te redden? Ik ken de wet zoo precies niet; maar ik ben er zeker van dat daarin ergens wel iets moet staan, dat zóó iets geoorloofd is. En dat zou u niet weten, u, die zaakwaarnemer is? U moet al een heel slecht jurist zijn, meneer Krogstad.

KROGSTAD. Het is niet alleen om het salaris; daar is het mij het minst om te doen. Maar er is iets anders.... Nou ja, ik zal 't maar zeggen. Ziet u, het is dit: u weet natuurlijk evengoed als iedereen dat ik mij, vele jaren geleden, aan een onbezonnenheid heb schuldig gemaakt. NORA. Ik geloof dat ik daar wel eens iets van gehoord heb.

RANK. O, dat is een zaakwaarnemer, Krogstad, iemand die heelemaal buiten uw sfeer leeft. Die man is moreel in den grond bedorven, maar zelfs hij begon er over, alsof 't iets hooggewichtigs was, dat hij toch leven moest. NORA. Zoo? Waar kwam hij eigenlijk Torwald over spreken? RANK. Ik weet het heusch niet: ik hoorde alleen dat het iets over de Hypotheekbank was.