Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Wesslowsky was eerst onlangs getrouwd en vertrekt nu al. Is dat niet mooi?" De vorstin zag Kosnischew aan. Beiden schenen gaarne van hem los te willen zijn, maar dat hinderde Stipan Arkadiewitsch niet in het minst. Hij zag lachend nu op de veer van den hoed der gravin, dan naar alle zijden in het rond, alsof hij zich iets in het geheugen wilde terugroepen.

"Ik spreek niet van ondergegane personen, maar van de beste en edelste vertegenwoordigers van het volk," zeide Kosnischew met een opgewondenheid als moest hij zijn laatste have redden. "En al deze offergaven?! Hierin spreekt de wil des volks zich uit."

"Daar is hij," zeide de vorstin en wees op Wronsky, die in een langen zwarten jas en met een breedgeranden zwarten hoed op aan den arm zijner moeder daar aankwam. Naast hem ging Oblonsky, die levendig sprak. Waarschijnlijk door Oblonsky opmerkzaam gemaakt, wendde hij zich naar de zijde, waar Kosnischew met de gravin stond en nam zwijgend den hoed af.

"Niet waar? zeer schoon en warm gesproken! Bravo! En ziedaar, Sergej Iwanowitsch! U moet ook eenige woorden spreken, weet u, als blijk van waardeering en tot opwekking. U kan dat zoo goed!" liet hij er, zijn arm aanrakende, met een vleiend, aanmoedigend lachje op volgen. "Neen, ik reis dadelijk door." "Waarheen?" "Naar mijn broeder op zijn landgoed," antwoordde Kosnischew.

Zij stemmen met elkander overeen als de kikvorschen voor het onweer." "Kikvorschen of niet. Ik redigeer geen dagblad en wil mij ook niet tot hun advocaat opwerpen; maar ik spreek van overeenstemming in gevoelen in de geheele intelligente maatschappij," zeide Kosnischew tot zijn broeder gewend. Lewin wilde antwoorden, maar de vorst kwam hem voor.

Het liep al naar zes uur en reeds waren eenige gasten verschenen, voor de gastheer zelf te huis was gekomen. Hij kwam te gelijk met Peszow en Kosnischew binnen. In het salon bevonden zich reeds vorst Tscherbatzky, de vader, en de jonge Tscherbatzky, verder Turowzin, Stipans metgezel bij zijn drinkgelagen, een goedhartige jonkman van vijf en twintig jaren, en Kitty.

"Bij al zijn gebreken moet men hem toch recht laten wedervaren," zeide de vorstin tot Kosnischew, toen Oblonsky haar had verlaten: dat is een echt Russische, een Slavische natuur. Ik vrees slechts, dat het Wronsky onaangenaam zal zijn hem te zien. Wat zij ook mogen zeggen, mij roert het noodlot van dezen man. Spreekt u hem onderweg?" "Ja, wellicht! Als het zoo valt."

Daar Sergej Iwanowitsch eerst in het laatste oogenblik tot zijn vertrek naar buiten had besloten, had hij zijn broeder daarvan geen bericht gezonden. Lewin was derhalve niet te huis toen Kosnischew en Katawassow in een tarantas, die zij aan het station gehuurd hadden, bestoven als Arabieren, des middags om twaalf uur voor zijn huis stilhielden. Kitty zat met haar vader en Dolly op het balkon.

"U zal weer geheel opleven, dat verspel ik u," zeide Kosnischew, die zich diep geroerd gevoelde. "Onze verdrukte broeders te bevrijden is een doel, waarvoor het waard is te leven en te sterven. God geve u een goeden uitslag op uw edel pogen en inwendigen vrede!" "Ja, als werktuig mag ik wat zijn, als mensch ben ik eene ruïne," zeide hij en drukte krachtig de hand, die Kosnischew hem toereikte.

"Neen, vorstin, ik reis op eigen hand om mij bij mijn broeder op het land wat te verfrisschen. En u doet hen steeds uitgeleide?" antwoordde hij glimlachend. "Ja, dat is toch noodig," zeide de vorstin. "Is het waar, dat er achthonderd van de onzen zijn?" "Meer. Hen medegerekend, die niet over Moskou de reis hebben gemaakt, zijn er meer dan duizend," zeide Kosnischew. "Ziet u?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek