Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Als komedianten, dat ze ook zijn. Ik beschermde ze even voor die ploerten daar en dat gepeupel, dat ze natuurlijk uit schold. Ge hebt wel gedaan, volgens uw hart, even goed als uw epigram soms vinnig kan zijn. Zijn zij komedianten dus....? Even zeker als zij er als komedianten uit zien, beminde vriend. Van den grex, die met de Megalezia komt spelen, van Lavinius Gabinius....
Maar de komedianten, zij sliepen en ook de senex draaide zich om. Zij hadden gisteren avond goed bij Nilus gegeten, zij waren moê van de reis, zij hadden geen zorgen voor dien dag; des avonds alleen misschien repetitie.... Maar nòch de palliatæ, nòch de mimus-spelen waren voor de vertooning vast gesteld.
Wij zijn zes-en-twintig, herhaalde de dominus en overzag zijn komedianten, naar mate zij nader kwamen, de bezette banken en stoeltjes tusschen door en langs de van Nomentaner rood vloeiende tafeltjes. Nilus was hem te gemoet gegaan. En waar hebt gij huisvesting gevonden, Lavinius Gabinius? vroeg hij, vol interest.
Ik wil niets van den senex. Sta op, wij zullen gaan baden: ik heb genoeg.... En dan zullen wij zien.... .... Zullen wij zien.... Zij slipten het kamertje uit, ieder met een bundeltje in de hand. In de andere kamertjes, de deur open, zagen zij de andere komedianten nog slapen, ronkende in elkaârs ruggen. De beide jongens tuimelden de smalle, wankele, houten trappen af.
"Och, waarde heer," antwoordde de duivel zeer onderdanig, "anders niet dan arme komedianten, die in het kleine dorp ginder achter den heuvel eene voorstelling van de hofhouding des doods willen geven. Om tijd te sparen en terstond na onze aankomst het spel te kunnen beginnen, hebben we ons maar vooraf verkleed.
Zij wandelden, gearmd, op en neêr. Als die niet op past, wordt die gèk, zei de dominus. Wat moet ik doèn, als die me in eens verlaat!! Ja, als je je komedianten vrij laat, dan ben je niet meer zeker van ze. Ik laat er ook geen een andere zich vrij meer koopen, hoor.
Langs de schaduwlijnen der zitrijen en ommegangen dreef de janitor de donkere schimmen der binnen-gedrongenen. De komedianten verlieten achter elkaâr het proscænium. Er was nog vloeken, razen, dreigen, lachen, schertsen en ophitsen; er klonken gemeene uitroepen. Cecilius, riep de dominus. Waar zijn nu de drie goudstukken van dien edelen Plinius?
Zijn kermen trok de aandacht van de komedianten, en de vrouwen maakten zich ongerust over de nabijheid van den zieke. "Wat scheelt hem toch? vroegen zij, op angstigen toon. Het is toch niet de gele koorts? Waarschijnlijk wel;" antwoordde ik met een zeer ernstig gezicht; en de verschrikte troep ontruimde dadelijk de hutten om zich naar het andere einde van het schip terug te trekken.
En ze poèften weêr, tegen elkander aan, in een dollach, dien zij onderdrukten. Plotseling stonden zij, recht, lachten niet meer. Crispina opende de kamerdeur. De Keizerin is daar. Met Domitilla en Fabulla. Kom.... Zij wenkte ze. Zij traden ernstig achter haar aan. Zij waren dadelijk weêr geworden de gehuurde komedianten, die moesten dansen en spelen. Crispina voerde hen in het triclinium....
En de dominus, met autoritairen vinger, telde of zijn zes-en-twintig hongerige en dorstige komedianten wel binnen kwamen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek