Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
Toen zei de draaier: »als je niet dadelijk het »tafeltje dek je« en de »goudezel« terug geeft, zal de dans weêr van nieuws beginnen.« »Ach, neen,« riep de kastelein heel benauwd, »ik geef alles graag weêr terug, als dat duivelsding maar weêr in zijn zak kruipt!« Toen sprak de gezel: »ik zal genade voor recht geven, maar neem je in acht!« toen riep hij: »Knuppel in de zak!« en liet hem met rust.
De eerste was mager en had een langen met ijzer beslagen knuppel, de tweede, een soort van kolossus, droeg bij het midden van den steel een zware bijl, waarmede men een os had kunnen vellen, in de hand. De derde, een man met forsche schouders, minder mager dan de eerste, minder zwaar dan de tweede, had in de vuist een zeer grooten sleutel als die eener gevangenisdeur.
Vet wordt alleen die vrouw, die veel te eten heeft en niets behoeft te doen, dus niet behoeft te werken. Dus moeten anderen voor haar werken. Het lijkt niet waarschijnlijk, dat een enkele man, die toenmaals als jachtgereedschap niet anders had dan een knuppel en een paar steenen, in staat was om zijn gezin zoo in overvloed te doen baden.
"Mijnheer onbekend," zeide hij stoutmoedig en alle beleefdheid ter zijde stellende, "ik zal Cosette terugnemen zoo ge mij geen duizend kronen geeft." De vreemde zeide bedaard: "Kom, Cosette." Hij nam Cosette met de linkerhand en met de rechterhand zijn stok, die op den grond lag. Thénardier lette op de dikte van den knuppel en de eenzaamheid der plaats.
Niettemin trok de meester steeds verder van huis het einddoel van zijnen tocht steeds nader bij. »Gegroet, mijn Schwarzwald! Gegroet, o heimathland van mijne dichterziel!" zoo juichte hij; en zijn hart zong hem als een leeuwerik in de borst, toen hij, met den trouwen knuppel in de vuist, de reistasch over den rug, den weg insloeg van Freiburg op den Schauinsland.
Toen hij dat lange dunne staal zag glinsteren, fonkelden zijn oogen, en de geest van krijgszuchtige voorvaderen scheen in hem op te leven. Zijn tien bijbels hadden hem nog niet geheel tot een man des vredes gemaakt. "Met zulk een wapen", zei hij, "zou ik den wolf bij den eersten stoot kunnen dooden, zonder hem eerst met den knuppel te moeten aanvallen". Hij kon de oogen niet afhouden van den stok.
Hue, Duc!" en als 't dan nog niet gauw genoeg ging naar zijn zin, of als de doodsangst hem op 't lijf zat bij het hooren van't geloei achter zijn rug of bij het gruwbaar tafereel van den alomlaaienden horizont, dan viel met een gevloek de knuppel op de beenderige ruggen neer, hard en kort, als hout op hout.
Zij holden er met het overladen karretje vandoor, heuvel op, heuvel af, de pooten gestrekt, de flanken zwoegend, de koppen tegen den grond. Vosken, zijlings op 't lamoen gezeten, porde ze onophoudend, met de stem en met een knuppel aan. Voortdurend klonk zijn ruwe stem: "Hue, Baron!
Op hetzelfde oogenblik waren twintig strijdbijlen en kolven opgeheven en bedreigden den getrouwen Fries, die, zich evenmin door het aantal latende afschrikken, als hij zulks te Haarlem gedaan had, zijn knuppel met beide handen rondzwaaide en op de hoofden der aanvallers deed nederkomen.
"Kijk goed," lachte de herbergier. De nachtwacht, die zich de lippen langzaam likte, haalde onder zijn jas een zwarte knots vandaan, een glinsterend ding, glimmend van ijzerbeslag; met een luie handtoesteking, alsof hij 't voor de zooveelste maal al deed, hield hij den knuppel vooruit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek