Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Het plan werd aan vader en moeder medegedeeld, en er werd besloten dat wij, behalve Koosje, nicht Christientje zouden vragen, eene jonge juffrouw van drieëntwintig jaar, die zeker gaarne mee zou gaan, daar zij niets te doen had dan bij een knorrige tante te zitten, die twee meiden hield en nooit uitging.

Blanka stond voor het raam en staarde naar buiten in het park; de lange sleep van haar donkerblauw rijkleed lag onbewegelijk achter haar over den vloer, en zij verroerde zich zelfs niet, toen haar verloofde naast haar kwam staan. Hij verstond de knorrige vraag der oude dame niet, die hem toeriep, waar zijne moeder was en of zij ook haast kwam.

En met knorrige onverschilligheid keek hij de post door, die intusschen gekomen was, en gaf een paar korte standjes aan bedienden en ging toen weer weg, koffiedrinken, niet aan zijn gewone tafeltje, maar ergens anders, alleen; hij wilde niemand van zijn kennissen zien.

De gevoelens der reizigers over dit berggezang zijn zeer verschillend: sommigen, die het in eene knorrige bui gehoord hebben, houden het voor krijschend gegil; anderen, die er bedaard hun cigaar bij zaten te rooken, vinden het lieve muziek; weêr anderen, die het na het gebruik van eenige flesschen Rijnwijn vernamen, roemen het als hemelsche toonen, zoo als men ze maar zelden op aarde hoort.

"Geen wonder," dacht Passepartout, "alles loopt ook slecht voor de heeren van de Reform-club; alles loopt ons mee." En hij sprak Fix aan met een vroolijk gelaat als scheen hij het knorrige uitzicht van den inspecteur niet op te merken. Deze nu had maar al te gegronde redenen om de kans te verwenschen, die zich voortdurend tegen hem verklaarde.

De jongen zijn levendige, speelsche en vroolijke schepsels, de ouden daarentegen dikwijls zeer knorrige, door hun traagheid letterlijk verbasterde dieren. Men moet echter tot hun verontschuldiging aanvoeren, dat zij door hun onbeholpenheid op het land luier schijnen, dan zij werkelijk zijn.

Je weet altijd zooveel te praten, en je kunt er zoo gedistingeerd uitzien, als je je beste mantelpak aan hebt; en als je maar wilt, weet je je zoo goed voor te doen, dat ik dikwijls trotsch op je ben. Ik ben te verlegen om alleen te gaan; toe, ga dus maar mee om mij te helpen!" "Je bent een slim poesje om je knorrige ouwe zuster op die manier te vleien en te bepraten. Verbeeld je!

Oom en tante waren verzot op dat spel; Bernard kreeg telkens ernstige lessen over 't ruilen, over 't tegenspelen van "sans prendre's" en zoo meer. Hij spande zich zeer in, maar hij was toch telkens abstract, zoodat zijn oom zich een beetje ergerde en een ietwat knorrige opmerking maakte en tante deftig-breed glimlachte, want ze dacht dat 't kwam door Lize, dat aardige, vroolijke meisje.

Pols dacht, dat hij misschien een verwachten wissel niet gevonden had; Holstaff, dat er op het Badensche kerkhof welligt een zijner vrienden begraven lag; de Morder, dat zijn geweten hem de een of andere kwade daad verweet; Torteltak, dat hij eene ongelukkige liefde koesterde; Veervlug, dat hij eenvoudig in een knorrige bui was.

De wijze, waarop hij deze woorden sprak, duidde aan, dat onze vriend wel zijn verlies gevoelde, maar zich liever met hoop op herstel troostte, dan in knorrige klagten en ontevreden gejammer uit te barsten. Daar zijn maar weinig menschen, die bij treffende ongevallen en grievende rampen de kalmte huns gemoeds niet verliezen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek